Kern, les 4: betrouwbaarheid van de auteur

Wat doen we vandaag? 
  • Voorbereiding op de toets 
  • Herhaling stof voorgaande weken 
  • Leerdoelen bespreken 
  • Interactieve instructie Kern, les 4: betrouwbaarheid van de auteur. 
  • Zelfstandig aan de slag 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag? 
  • Voorbereiding op de toets 
  • Herhaling stof voorgaande weken 
  • Leerdoelen bespreken 
  • Interactieve instructie Kern, les 4: betrouwbaarheid van de auteur. 
  • Zelfstandig aan de slag 

Slide 1 - Slide

Hoe kun je controleren of een bron betrouwbaar is? (Kern, les 3)

Slide 2 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Het belangrijkste wat de auteur over het onderwerp van een tekst wil zeggen.
B
De mening van de auteur die je in de laatste alinea van een tekst vindt.

Slide 3 - Quiz

Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?
A
De tekst intensief lezen en vervolgens het standpunt van de schrijver opschrijven.
B
Je geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste dat de auteur zegt over het onderwerp?

Slide 4 - Quiz

De tekst hiernaast heb je nodig om de vragen op de volgende slides te beantwoorden. Deze luiden: 

  • Wat is het onderwerp van deze tekst? 
  • Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? 

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst op de vorige pagina?

Slide 6 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Een tip: soms staat de hoofdgedachte in de tekst, soms moet je hem zelf bedenken.

Slide 7 - Open question

Toetsweektoets
  • Toetsweektoets leesvaardigheid en woordenschat, bestaande uit:
  • herhaling stof leerjaar 1 en 2
  • les 2, 3 en 4 uit Kern
  • woorden van les 2, 3 en 4 uit Kern

Telt 3x mee

Slide 8 - Slide

Hoe bereid je je voor?
  • Neem de theorie van vorig jaar door en zorg dat je deze kent en toe kunt passen (zie bijlages in de studiewijzer onder het kopje 'prestaties')
  • Neem de theorie door uit Kern les 2, 3 en 4 en zorg dat je deze kent en toe kunt passen.
  • Maak alle opdrachten die in de studiewijzer staan en KIJK NA!
  • In de studiewijzer van week 45 staan oefenbladen, deze kun je beschouwen als oefentoetsen. Qua vraagstelling lijken ze dus op de toetsweektoets.
  • Leer de betekenis van de woordjes uit les 2, 3 en 4

Slide 9 - Slide

Leerdoelen week 44
  • Je kunt uitleggen wanneer een auteur betrouwbaar is.
  • Je kunt uitleggen waarom een auteur wel of niet betrouwbaar is.
  • Je kunt de deskundigheid en het belang van een auteur bepalen.
  • Je kent de betekenis van de woorden uit les 4.
  • Je kunt zinnen maken met de woorden uit les 4 waaruit blijkt dat jij de betekenis van de woorden kent.

Wat heb je hieraan in het leven? 

Slide 10 - Slide

Leerdoelen week 44
  • Juiste informatie: door betrouwbare bronnen van betrouwbare auteurs te gebruiken, kun je er zeker van zijn dat de informatie die je krijgt correct en geloofwaardig is.
  • Kritisch denken: het vermogen om bronnen te beoordelen op betrouwbaarheid bevordert kritisch denken. Je leert om informatie niet zomaar te accepteren, maar om het kritisch te evalueren en vragen te stellen over de herkomst, geloofwaardigheid en relevantie van de informatie.
  • Vertrouwen in je beslissingen: door betrouwbare bronnen te gebruiken van betrouwbare auteurs, kun je vertrouwen hebben in de beslissingen die je neemt op basis van de verzamelde informatie. 

Dit zijn vaardigheden waar je jouw hele leven profijt van hebt! 

Slide 11 - Slide

Interactieve instructie les 4
We lezen samen de tekst op pagina 18.

Slide 12 - Slide

De tekst hiernaast heb je nodig om de opdracht op de volgende slide te maken. Deze luidt:

Leg uit wat deze tekst zegt over de betrouwbaarheid van adviezen die  worden gegeven door deskundigen die zelf belang hebben bij dat advies. 

tip: ontleed eerst bovenstaande vraag, wat moet je eigenlijk gaan doen? 

Slide 13 - Slide

Leg uit wat deze tekst zegt over de betrouwbaarheid van adviezen die worden gegeven door deskundigen die zelf belang hebben bij dat advies.

Slide 14 - Open question

Zelfstandig aan de slag 
basisopdrachten (deze moet je maken en nakijken):

3, 5 en 6

Extra opdrachten (deze maak je als je meer dan 30% fout had in de basisopdrachten):
1, 2 en 4

Verdiepingsopdrachten (deze maak je als je van de basisopdrachten 70% of meer goed had:
7








Slide 15 - Slide