De bevalling

De bevalling
PdJ
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

De bevalling
PdJ

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van de les kun je vertellen
  • Wat de vier stadia van de bevalling zijn
  • Wat er gebeurt in ieder stadium van de bevalling

  • Wat zijn je eigen leervragen over de bevalling?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van de bevalling?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hoeveel weken duurt een zwangerschap normaal? Gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie.
A
32-35 weken
B
35-38 weken
C
37-42 weken
D
41-44 weken

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Geboren na een normale zwangerschapsduur
Te vroeg geboren (meer dan twee weken voor de uitgerekende datum)
Te laat geboren (twee weken na uitgerekende datum)
Te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap
Serotien
Prematuur
Dysmatuur
A terme

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het Latijnse/medische woord voor 'bevalling'?
A
malaise
B
morbus
C
palpatie
D
partus

Slide 6 - Quiz

malaise = onwel voelen
palpatie = betasten
morbus = ziekte
De bevalling, baring of partus
Vier baringstijdperken:
  • Ontsluitingstijdperk
  • Uitdrijvingstijdperk
  • Nageboortetijdperk
  • Postplacentaire tijdperk

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontsluitingstijdperk
Verschijnselen:
  • Regelmatige contracties van de uterus, weeën
    (om de 3-5 min. ged. 45-60 sec.)
  • Tekenen: verlies taai bloederig slijm (slijmprop)
  • Breken van de vliezen: (helder met vlokjes) vruchtwater loopt af
Beoordelen ontsluiting: vaginaal toucher

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ontsluiting

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een normale waarde voor de foetale harttonen tijdens de ontsluitingsperiode?
A
60 - 100 x/min.
B
80 - 100 x/min.
C
90 - 110 x/min.
D
110 - 150 x/min.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

2

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Uitdrijvingstijdperk
  • Persdrang, persen bij V.O.
  • Zo nodig vliezen kunstmatig breken
  • Inwendige en uitwendige spildraai

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bevallingshoudingen
  • Zittend (baarkruk)
  • Liggend met opgetrokken benen
  • In bad
  • ... 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Moet een baby huilen na de geboorte?
A
Ja, dan ontplooien de longen
B
Nee, dan heeft de baby pijn

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Episiotomie of ruptuur
  • Episiotomie = knip in perineum

  • Ruptuur = inscheuring 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nageboortetijdperk
  • Baby op buik moeder → warm houden
  • Slijm uit mondje baby  → huilen
  • Navelstreng afklemmen en doorknippen
  • Baby aan de borst: 
    gouden uur

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Kan de baby zelf de tepel vinden en gaan drinken aan de borst?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Hoe heet het witte huidsmeer dat je ziet op de baby?
A
Colostrum
B
Lanugo
C
Lochia
D
Vernix caseosa

Slide 20 - Quiz

Colostrum = eerste moedermelk
Lanugo = nesthaartjes
Lochia = bloedverlies na de bevalling
De nageboorte 
  • Placenta (moederkoek), vliezen en navelstreng
  • 5 - 60 min. na de geboorte van de baby

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Postplacentaire tijdperk - baby
  • Apgar-score (verloskundige/arts)
  • Warm houden 
  • Borstvoeding 
  • Urine en meconium

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Postplacentaire tijdperk - moeder
  • Zo nodig hechten van de epi of ruptuur
  • Controle vloeien  >1000 ml bloedverlies fluxus
  • Urineren na de partus
  • Baarmoederstand N+2 = 2 vingers boven de navel
  • Borstvoeding → oxytocine (contractie uterus)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

01:39
Hoe heet het draaien van de baby dat je hier ziet?
A
De inwendige spildraai
B
De uitwendige spildraai

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

01:13
Wat is de meest voorkomende ligging van de baby voor de geboorte?
A
Aangezichtsligging
B
Achterhoofdsligging
C
Kruinligging
D
Voorhoofdsligging

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

03:22
Wanneer heeft een barende 'volledige ontsluiting' en mag ze gaan meepersen?
A
5 cm.
B
10 cm.
C
15 cm.
D
20 cm.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon zorgt, als de moeder borstvoeding geeft, voor het samentrekken van de baarmoeder?
A
FSH
B
Oestrogeen
C
Oxytocine
D
Progesteron

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie dingen die je hebt geleerd over de partus

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
010

Slide 29 - Poll

This item has no instructions