M&Z - werken bij gezinnen met een hulpvraag DEEL B

Werken bij gezinnen met een hulpvraag
Deel B
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werken bij gezinnen met een hulpvraag
Deel B

Slide 1 - Slide

Welke werkzaamheden voer je uit als kraamverzorgende?
wel
niet
zwangere vrouwen begeleiden tijdens hun zwangerschap
kraamvrouw, baby en gezin helpen
assisteren tijdens thuisbevalling
echo's maken

Slide 2 - Drag question

Hoe noem je de twee openingen die je ziet op de afbeelding?
A
De schedelbeenderen
B
Kale plekken
C
De grote en kleine fontanel
D
Schedelgaten

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Vraag 1 [2 punten]  
Zijn de volgende uitspraken objectief of subjectief?   
Sleep de uitspraken in het juiste vakje.
.   
objectief
subjectief
1. Boerenkool met worst is lekker
2. Ellen heeft haar bord leeggegeten.
3. Nederland is een prettig land om in te wonen. 
4. Strijken is makkelijk.  
5. Tien min acht is twee.  

Slide 5 - Drag question

Wat is rapporteren?
A
Met een rapportcijfer aangeven hoe goed je iets vindt.
B
Objectief melden wat er gebeurd is
C
Opschrijven wat er gebeurd is en wat jouw mening daarover is.
D
Vragen van je leidinggevende beantwoorden.

Slide 6 - Quiz

Rapporteren 
= een ander woord voor verslagleggen, een verslag maken over je observaties (wat je gezien hebt)
OBJECTIEF!

Slide 7 - Slide

Privacy en beroepsgeheim
Iedereen die in de zorg werkt heeft medisch beroepsgeheim (ook wel zwijgplicht).
Nooit zonder toestemming gegevens bespreken met anderen
Uitzonderingen: 
- Kinderen < 12 jaar / 12- 16 jaar in overleg met kind
- Besmettelijke ziekten -> GGD (Wet bestrijding infectieziekten)
- EPD (met toestemming van patiënt)

Slide 8 - Slide

Wat is empathie/inlevingsvermogen?

A
Een emotie
B
Je kunnen verplaatsen in de gevoelens van een ander
C
Geen gevoelens hebben
D
Dat je altijd vrolijk bent.

Slide 9 - Quiz

Reflexen van een baby
Grijpreflex Een baby grijpt een vinger in zijn hand onmiddellijk stevig vast.
Stap/loopreflex Een baby die onder de oksels rechtop gehouden wordt, maakt met de voetjes bewegingen alsof hij een stap wil zetten.
Schrikreflex Bij een plotselinge beweging doet de baby de armen wijd open en sluit ze daarna weer langzaam.
Slikreflex Deze beweging kan je baby direct na zijn geboorte maken; zo kan hij zich meteen voeden met melk.
Zoekreflex Bij aanraking van de wang van de baby zoekt de baby de tepel
Zuigreflex Als de baby iets in zijn mond voelt, begint hij te zuigen.

Slide 10 - Slide

Wat is de juiste volgorde van het inzepen bij een baby in bad doen?
A
Gezicht, oren, haren, borst, buik hals, nek, rug, armen, benen, billetjes, geslachtsorgaantjes
B
Eerst de voorkant, daarna de achterkant
C
Gezicht, haren, oren, hals, nek, armen, borst, buik, rug, benen, geslachtsorgaantjes, billetjes
D
Van boven naar beneden

Slide 11 - Quiz

Hoeveel graden moet het badwater van een babybadje zijn?

Slide 12 - Open question

In welke volgorde verloopt de taalontwikkeling van baby's? Begin bij de fase die als eerst komt. 
Brabbelen 
Eénwoord-zinnen
Huilen
Imiteren
Volledige zinnetjes
1
2
3
4
5

Slide 13 - Drag question

Als een baby begint te brabbelen ( taalontwikkeling) is dit onder van de...
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling

Slide 14 - Quiz

Een baby leert door imitatie....
Wat is imiteren/imitatie?
A
Nadoen
B
Voordoen
C
Grapjes maken
D
Veel praten

Slide 15 - Quiz

hoge bloeddruk

Slide 16 - Slide

Waar moet iemand met een hoge bloeddruk minder van binnen krijgen?
A
Gluten
B
Lactose
C
zout
D
Fruit

Slide 17 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'Zout'
A
Kalium
B
Natrium
C
Calorie
D
Koolhydraat

Slide 18 - Quiz