Waardoor er een opstand uitbrak in de NL 1515-1572

HC  Republiek
Sluit aan bij tijdvak 5 De Nederlandse Opstand (5.4)
en tijdvak 6 De Gouden Eeuw (6.1, 6.2 en 6.3)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

HC  Republiek
Sluit aan bij tijdvak 5 De Nederlandse Opstand (5.4)
en tijdvak 6 De Gouden Eeuw (6.1, 6.2 en 6.3)

Slide 1 - Slide

?
?

Slide 2 - Slide

Opdracht
Jort geschiedenis:
Luther de de Reformatie/Centralisatiepolitiek Karel V /Kettervervolgingen in de NL/Begin NL opstand

Slide 3 - Slide

Luther verschijnt voor Rijksdag in Worms (1521)

Slide 4 - Slide

Reformatie 
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflatenhandel)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus en Karel V  in de ban gedaan (1521)

Slide 5 - Slide

Drie collaterale raden
  • Raad van State: poltiek advies voor belangrijke zaken    (hoge adel)
  • Geheime Raad: wetten maken en toezien op uitvoering (juristen)
  • Raad van Financiën: belastingen innen en controleren  (juristen en hoge adel)

Slide 6 - Slide

?

Slide 7 - Slide

wat? reactie op? gevolg?

Slide 8 - Slide

hagepreek. gevolg?

Slide 9 - Slide

Beeldenstorm, bedoeld gevolg?

Slide 10 - Slide

?
bijnaam?

Slide 11 - Slide

wie zijn dit?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

welke gebeurtenis?

Slide 15 - Slide

keerpunt?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

opdracht
 1. Er zijn 3 soorten oorzaken voor het begin van de Opstand. Twee van de 3 ben je in de filmjes tot nu toe tegen gekomen. welke 2 soorten zijn dat?
2. Geef bij elk van de 2 soorten een voorbeeld.
3. Bedenk welke soort oorzaken er ook nog zou kunnen zijn.

Slide 18 - Slide

vervolg
1. religieuze en politieke oorzaken
2.religieus: bloedplakkaten, raad van beroerten en politiek:
centralisatie, collaterale raden, Karel V gedraagt zich als absoluut vorst t.o. particularisme, privileges
3. economisch, Spaanse belastingen eisen hun tol

Slide 19 - Slide

nettobetaler?

Slide 20 - Slide