week 36 -2b-1.3-les 1

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Werkboek
   Pen
 Laptop
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.



1
WELKOM!
2
 Werkboek
   Pen
 Laptop

Slide 1 - Slide

Wat is de verzamelnaam voor al deze manieren van lezen?
A
Verkennend lezen
B
Leestrucjes
C
Zoekend lezen
D
Strategisch lezen

Slide 2 - Quiz

Wat doe je ook alweer allemaal als je een tekst verkennend leest?

Slide 3 - Open question

  • Je herhaalt de verschillende manieren van lezen;
  • Je kunt het onderwerp van een tekst noemen;
  • Je weet hoe je de Moeilijke-woordenwijzer gebruikt;
  • Je herhaalt wat de signaalwoorden die een opsomming aangeven zijn.
  • Je leert hoe je de deelonderwerpen van een tekst vindt.

DOELEN

Slide 4 - Slide

Manieren van lezen:
verkennend lezen: een tekst bekijken om een eerst indruk te krijgen. Je leest de titel en de tussenkopjes, bekijk de plaatjes en de anders gedrukte woorden en de bron;
nauwkeurig lezen: een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen;
zoekend lezen: in een tekst zoekend lezen naar een antwoord op de vraag.
Aantekeningenschrift 
1.3 manieren van lezen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H1.3 - opdracht 2, 3, 4 en 5
Wat?
Met wie?
Hulp?

Belangrijk?
En daarna?

Zelfstandig
Ik loop een rondje
Let op kijk het filmpje over verkennend lezen.
Kort antwoorden bespreken

Slide 7 - Slide

We bespreken opdracht 3, 4 en 5

Slide 8 - Slide

Onderwerp en deelonderwerp.
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp.
Hoe vind je het onderwerp:
  • lees de tekst verkennend
  • stel jezelf de vraag: Waarover gaat de tekst
  • Het antwoord op de vraag is het onderwerp. Het onderwerp bestaat altijd uit een of een paar woorden.
Een alinea gaat over een deel van het onderwerp van de tekst. Stel de vraag. Waarover gaat de alinea. Het antwoord is het deelonderwerp van de tekst. Soms verklapt het tussenkopje het antwoord al een beetje.

Onderwerp en deelonderwerp 1.3 blz 23

Slide 9 - Slide

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken in H1.3 - opdracht 6,7 en8 
Wat?
Met wie?
Hulp?

Belangrijk?
En daarna?

Zelfstandig
Ik loop een rondje
Let op kijk het filmpje over verkennend lezen.
Kort antwoorden bespreken

Slide 10 - Slide

Wat vond je goed gaan?
Waar heb je hulp bij nodig?
Vertel over je werkhouding.
Evaluatie
Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Slide

  • Ruim je je plek op?

  • We blijven zitten tot de bel gaat.

  • Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?

Tot ziens!

Slide 12 - Slide