evaluatie toets grammatica

evaluatie toets grammatica
genummerde koppen bij elkaar
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

evaluatie toets grammatica
genummerde koppen bij elkaar

Slide 1 - Slide

oefenen grammatica

Slide 2 - Slide

oefenen grammatica

Slide 3 - Slide

leerdoel
Evalueren van de toets grammatica.
Hoe had je de toets kunnen en moeten maken.
Hoe zat het ook alweer?
Herken ik de juiste woordsoorten.
Kunnen samenwerken.
Concessies kunnen doen. 

Slide 4 - Slide

noteer hoe vaak de woordsoort in de zin staat
We hebben in de winkel lampjes en een vaas gekocht.
znw:
ww:

Slide 5 - Slide

noteer hoe vaak de woordsoort in de zin staat
Nadat de wedstrijd was afgelopen, was iedereen erg moe.
voegwoord:

Slide 6 - Slide

benoem de woordsoorten van de rode woorden
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Mireille heeft een portemonnee gevonden op straat.
Wil je Griekse yoghurt voor me meenemen uit de supermarkt?
We hebben u vorige week een brief gestuurd.

Slide 7 - Slide

benoem de woordsoort van de aangegeven woorden
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Met een stift tekende ik een smiley op het papier.
met
een
ik
papier

Slide 8 - Slide

benoem de woordsoort van de aangegeven woorden
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Je handschrift is mooi.
je
handschrift
is
mooi

Slide 9 - Slide

benoem de woordsoort van de aangegeven woorden
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Tijdens de wandeling neem ik water mee, zodat we geen dorst krijgen.
de
zodat
we
dorst

Slide 10 - Slide

benoem de woordsoort van de aangegeven woorden
werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
De linten en strikken liggen in de kast bij het raam.
en
liggen
in
het

Slide 11 - Slide

leerdoel
Evalueren van de toets grammatica.
Hoe had je de toets kunnen en moeten maken.
Hoe zat het ook alweer?
Herken ik de juiste woordsoorten.
Kunnen samenwerken.
Concessies kunnen doen. 

Slide 12 - Slide

oefenen grammatica

Slide 13 - Slide

oefenen grammatica

Slide 14 - Slide