Herhalen apostrof, uitleg samenstelling + oefenen, innemen recensie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Spelling algemeen:
- Je weet wanneer je een apostrof (hoge komma) gebruikt.
- Je weet wat een samenstrekking  is en je kunt het weglatingsstreepje gebruiken.
- Je kunt met leestekens de directe rede aangeven.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Kies de juiste spelling.
A
accus
B
accu's

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
Maxs pen
B
Max pen
C
Max' pen
D
Max's pen

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
logés
B
logé's
C
loges
D
loge's

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste spelling.
A
babys
B
baby's

Slide 9 - Quiz

Samentrekking
Als een deel van een samentrekking twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het 1 keer weglaten. Je maakt dan een samentrekking. Het weggelaten woorddeel vervang je door een weglatingsstreepje.       

                                        


Voorbeelden:
invoer en uitvoer ->  in- en uitvoer
fietsverkoop en fietsverhuur ->  fietsverkoop en -verhuur

Slide 10 - Slide

Samentrekking
Soms is de samentrekking niet op woordniveau, maar binnen een woordgroep. Je hebt dan geen weglatingsstreepje nodig.
Voorbeeld:
oude boeken en nieuwe boeken -> oude en nieuwe boeken

Slide 11 - Slide

Samentrekking
Als je een samentrekking maakt van een samenstelling en een woordgroep, heb je alleen een weglatingsstreepje nodig als je een deel van de samenstelling weglaat.
Voorbeeld:
basisschool en middelbare school -> basis- en middelbare school of middelbare en basisschool

Slide 12 - Slide

Schrijf zo kort mogelijk op:
Chocoladetaart of chocoladepudding

Slide 13 - Open question

Schrijf zo kort mogelijk op:
Zestienjarigen tot achttienjarigen

Slide 14 - Open question

Schrijf zo kort mogelijk op:
Zestien jarigen tot achttien jarigen

Slide 15 - Open question

Schrijf zo kort mogelijk op:
Herfstvakantie, wintervakantie en zomervakantie

Slide 16 - Open question

Schrijf 2 keer zo kort mogelijk op:
Hoofdletters en kleine letters

Slide 17 - Open question

Opdracht
- Lees theorie 5.7 of bekijk het filmpje op de volgende dia
- Maken 5.7 opdr 2
- Maken 5.8  4 (kommagebruik)
- Verbeterplan spelling werkwoorden


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video