This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Een voetbalteam bestaat uit: een keeper, verdedigers, middenvelders, aanvallers, een coach, wisselspelers en een verzorger.
belangrijke signaalwoorden zijn:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.
Vanmorgen moest ik vroeg opstaan, maar morgen kan ik uitslapen.
Signaalwoorden zijn:
tegenover, maar, hoewel, echter, toch,
aan de ene kant...aan de andere kant.