Tussen 1867 en 1869 hield Manet zich bezig met het thema van de executie van Maximiliaan. Hij schilderde drie doeken en maakte een litho van dit onderwerp. De schilderijen werden echter niet toegelaten op de Salon en mochten niet gepubliceerd worden. Manet schakelde journalist Zola in. Deze reageerde in de krant:
'Het is een feit dat ik eerst niet goed de strengheid van de censuur tegenover Manets werk begreep. Ik herinnerde mij in alle krantenkiosken een prent te hebben gezien die met verschrikkelijke naïviteit de laatste ogenblikken van Maximiliaan voorstelde. Waarom wordt deze talentvol kunstenaar geweigerd wat een commercieel tekenaar wel mocht?
Vandaag geloof ik de sleutel tot dit raadsel gevonden te hebben en het is een waarlijk juweel. bij de bestudering van een exemplaar van de veroordeelde litho merkte ik dat de soldaten, die op Maximilaan schoten, uniformen dragen, die bijna identiek zijn aan die van onze eigen troepen. Fantaserende kunstenaars geven de Mexicanen uniformen uit de Opera Comique; meneer Manet, die de waarheid waarlijk liefheeft, heeft hun echte uniformen getekend, die lijken op die van de franse infanterie.
U begrijpt de woede van de censoren. Wat nu! Een kunstenaar heeft het gewaagd hun zo'n wrede ironie voor ogen te stellen: Frankrijk schiet Maximiliaan neer! In Manets plaats zou ik het betreuren, dat ik niet met opzet een bijtend epigram eraan had toegevoegd, een opzet die de censor hem ongetwijfeld heeft toegedicht.'