Taaltrap les 16 Dieren

Taaltrap les 16

Dieren

1 / 31

Slide 1: Slide

NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taaltrap les 16

Dieren

Slide 1 - Slide

Kijk op pagina 78 en 79.

Je krijgt nu 5 minuten de tijd.

Leer de woorden uit je hoofd.

(Schrijf de woorden in je schrift als je dat handig vindt.)

timer

5:00

Slide 2 - Slide

Wat moet je doen?

* Kijk naar de plaatjes.
* Welk dier is dit?

* Zeg niks, maar schrijf het antwoord op je wisbordje.

* Aan het einde kijken we de antwoorden na.

Slide 3 - Slide

Welk dier is dit?

Slide 4 - Slide

Wat is dit?

Slide 5 - Slide

Wat is dit?

Slide 6 - Slide

Wat is dit?

Slide 7 - Slide

Wat is dit?

Slide 8 - Slide

Wat is dit?

Slide 9 - Slide

Wat is dit?

Slide 10 - Slide

Wat is dit?

Slide 11 - Slide

Wat is dit?

Slide 12 - Slide

Wat is dit?

Slide 13 - Slide

Wat is dit?

Slide 14 - Slide

Wat is dit?

Slide 15 - Slide

Wat is dit?

Slide 16 - Slide

Wat is dit?

Slide 17 - Slide

Wat is dit?

Slide 18 - Slide

goed nakijken!

1. de vlinder

2. de haan

3. de kikker

4. de gans

5. de eend

6. de bij

7. de poes

8. het varken

9. de bij

10. de vogel

11. het schaap

12. de kikker

13. het konijn

14. de slak

15. de hond

Slide 19 - Slide

Welke dieren zie je in het filmpje?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Enkelvoud en meervoud

-s

woorden met:

-en

-el

-em

-er

-je

vaak -en

maar let op:

kip - kippen

schaap - schapen

poes - poezen

duif - duiven

bijzondere meervouden:

kind - kinderen

ei - eieren

koe - koeien

Slide 22 - Slide

Enkelvoud en meervoud - 78/79

de koe

de koeien

het kalf

de ............

het paard

de ..........

de ezel

de ........

Slide 23 - Slide

de koeien

de kalfjes

de paarden

de ezels

de schapen

de geiten

de varkens

de honden

de poezen

de konijnen

de eenden

de vogels

de kippen

de hanen

de ganzen

de vlinders

de bijen

de rupsen

de spinnen

de slakken

de kikkers

Slide 24 - Slide

Dierengeluiden

Hoe noem je het geluid dat

..... een hond maakt?

......... een kikker maakt?

Slide 25 - Slide

les 16.3

Schrijf de les over (en vertaal als je dat handig vindt).

Slide 26 - Slide

De Taaltrap 16-2

blz. 178 - 179

luisteren - lezen - leren

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Leestekens en hoofdletters

Kahoot

Slide 29 - Slide

Leestekens - blz. 182-183

Slide 30 - Slide

We lezen om de beurt een stukje tekst.

Slide 31 - Slide

Taaltrap les 16 Dieren

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

More lessons like this

Mini dictee dieren

Taaltrap les 16 Dieren

3.2 les 1

H2 Spelling: -d/-t en stam van een werkwoord

B1M1 - Het zelfstandige naamwoord (herhaling lagere school)

Vwo 2 - K3 E: Grammatik A

De wilde dieren

Inversie en OTT