Taaltrap les 16 Dieren

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Taaltrap les 16

Dieren

Kijk op pagina 78 en 79.

De docent zegt de woorden. 

Jullie luisteren goed.

Daarna zeggen jullie de woorden na.

Je krijgt nu 15 minuten de tijd.
Schrijf de woorden in je schrift. 

Leer de woorden uit je hoofd.

Luisteren 16.1

Klik op de koptelefoon om het geluidsbestand te openen. Als je het scherm deelt met de leerlingen, kunnen ze dat ook zelfstandig doen.

Wat moet je doen?

* Kijk naar het plaatje.
* Welk dier is dit?

* Zeg niks, maar schrijf het antwoord op je wisbordje.

* Aan het einde kijken we de antwoorden na.

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

We gaan het nakijken.

de vlinder                  de haan                  de kikker

de gans                      de eend                  de bij

de poes                      het varken             de vogel                     

het schaap               het konijn               de hond

de slak                        de geit                     de kip

huisdier- wild dier

huisdier  

wild dier  

welk dier heeft vleugels? 

16.2 enkelvoud  en meervoud

paard  - paarden

ezel - ezels

schaap  - schapen

geit  - geiten

16.2 Klik en luister!

16.3 Dierengeluiden

Koeien loeien.

Paarden hinniken.

Ezels balken.

Schapen blaten.

Varkens knorren.

Honden blaffen.

Poezen miauwen.

Vogels zingen.

Kikkers kwaken.

Wat hoor je?

Wat hoor je?

Wat hoor je?

16.4 Luisteren en lezen

16.4 Klik en luister!

16.5    elk en elke

het huis   - elk huis

het meisje - elk meisje

het raam  - elk raam

de jongen  - elke jongen

de tafel - elke tafel

de auto - elke auto

Welke dieren heb je gezien?