This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Bespreken actualiteit
Rellen in Amsterdam
Slide 1 - Slide
Wat is er gebeurd in Amsterdam?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Wat zou jij hebben gedaan als je premier Schoof was? Je hebt 5 min om hier zelf over na te denken, daarna mag je 5 min overleggen met degene naast je en gezamenlijk een antwoord invullen.
Slide 4 - Open question
Steden en staten
hoofdstuk 4
1000-1500
Slide 5 - Slide
Waarin zouden de late middeleeuwen kunnen verschillen van de vroege middeleeuwen?
Slide 6 - Mind map
De opkomst van steden
paragraaf 4.1
Slide 7 - Slide
Kenmerkend aspect
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Slide 8 - Slide
Verstedelijking
Vanaf ongeveer het jaar 1000 groeiden de steden in West-Europa.
Handel leeft weer op en voormalige horigen trekken naar steden voor meer vrijheid.
Slide 9 - Slide
drieslagstelsel
halsjuk
Slide 10 - Slide
Terugkeer geldeconomie
oprichting compagnieën
de wisselbrief
de eerste banken die geld uitleenden
introductie van de giro: het openen van een rekening
introductie van gildes
Slide 11 - Slide
Kenmerken stad
Een stad heeft geen kasteel zoals op het platteland. De bescherming moest anders geregeld worden dan op het domein.
Hierom hebben middeleeuwse steden de volgende kenmerken:
Stadsmuren
Stadspoorten
(soms) grachten
Betaling tol
Schutterij
Eigen rechtspraak
Slide 12 - Slide
Kaart uit de 15e eeuw, Utrecht
Tweede stad in Nederland met stadsrechten (1122)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
- Leg uit met behulp van de afbeelding waarom Dordrecht juist op die plaats is gesticht. - Leg het verband uit tussen de activiteit op de voorgrond en het KA: 'de opkomst van handel en ambacht en de herleving van de landbouw-stedelijke samenleving'
Slide 15 - Open question
Na het jaar 1000 kwamen de steden weer terug. - Op welke twee soorten plekken kwamen de steden weer terug? - Leg uit waarom steden in de middeleeuwen vooral afhankelijk waren van hun directe omgeving.
Slide 16 - Open question
Stad en handel waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Noem hiervan een oorzaak en een gevolg.
Slide 17 - Open question
- Op welke twee manieren brachten steden meer vrijheid in de middeleeuwse samenleving? - Leg uit dat de vrijheid van de steden relatief was.
Slide 18 - Open question
- Leg uit waarom de heer alleen door de steden een geldeconomie op gang kon brengen. - Leg uit waarom de geldeconomie leidde tot meer vrijheid voor de horigen.
Slide 19 - Open question
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken
Slide 20 - Quiz
Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun
Slide 21 - Quiz
Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
A, B en C zijn allemaal goed
Slide 23 - Quiz
Leg uit hoe een bloeiende landbouw tot het ontstaan van steden leidde
Slide 24 - Open question
Wat was het grote voordeel van het drieslagstelsel ten opzichte van het tweeslagstelsel?
A
Meer grond braak per jaar dus meer opbrengst
B
Minder grond braak per jaar dus meer opbrengst
C
Drie keer zoveel opbrengst
D
2/3 van de grond in cultuur in plaats van 1/2. Dus minder opbrengst
Slide 25 - Quiz
Leg uit wat het aantrekkelijk maakte voor mensen om naar de stad te trekken in de late middeleeuwen