Les 2 thema 6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Thema 6 basisstof 5 en 6

leerdoelen

6.5.1 Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

aanpassingen

alle organismen hebben aanpassingen ondergaan voor hun manier van leven in de omgeving waar ze dat doen. 

waterdieren

vissen en andere waterdieren hebben aanpassingen ondergaan om beter door het water te kunnen. 

de kop gaat over in het lijf en staart dit heet gestroomlijnd

voeden

naast de omgeving kunnen organisme ook aanpassingen doen om voedsel te kunnen krijgen.

verschillende snavel aanpassingen

aanpassingen bewegen

leerdoelen

6.6.1 Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Huidmondjes

Planten moeten water en koolstofdioxide opnemen en in het licht staan om te overleven.

 Planten nemen koolstofdioxide op via huidmondjes en geven ook zuurstof en water(damp af. 

Bij de meeste planten zitten de huidmondjes aan de onderkant van het blad.

droge omgeving

Om uitdroging te voorkomen hebben planten aanpassingen aan hun bladeren. 

dik waslaagje

Op de bladeren ligt een dik waslaagje dit is een waterdichte, vetachtige stof.

weinig huidmondjes

Hoe minder huidmondjes hoe minder water verdampt uit het blad.

beharing

Door beharing op de bladeren wordt de waterdamp langer vastgehouden.

water opslaan

vetplanten slaan water op in kleine dikke bladeren 

cactussen slaan het water op in de stengel 

bladeren in vochtige omgeving

• veel huidmondjes, dicht aan de oppervlakte

• grote, dunne bladeren

• een dunne waslaag

klimplanten

Klimplanten houden zich met hechtwortels vast aan muren en andere planten.

 Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op uit de plant waarop ze groeien. 

Klimplanten groeien snel.

Succes!