6.6 Aanpassingen bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

6.6 Aanpassingen bij planten

Even herhalen

Hoe komen planten aan energierijke stoffen?

Waar wordt de energie die bij verbranding vrijkomt voor gebruikt?

In welke groepen kun je organismen verdelen?

Welk organisme is de eerste schakel in een voedselketen?

Wat zijn biotische factoren?

Wat is een populatie?

Wat is een aanpassing van waterdieren?

Benoem een aanpassing bij vogels:

Leerdoelen

6.6.1 Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Huidmondjes 

Huidmondjes zijn kleine openingen in de opperhuid van een blad:

– Via de huidmondjes neemt de plant koolstofdioxide op uit de lucht.

– Via de huidmondjes geeft de plant zuurstof en water(damp) af aan de lucht.

- Meestal onderkant bladeren.

Bladeren in een droge omgeving

Aanpassingen bij planten die in een droog milieu leven om uitdroging tegen te gaan. 

– weinig huidmondjes

– huidmondjes aan de onderkant van de bladeren

– dieperliggende huidmondjes

– dikke waslaag op de bladeren

– behaarde bladeren

– kleine, dikke bladeren (bij cactussen stekels of harde haren, geen huidmondjes)

– soms opslag van water in de stengel (bijv. bij cactussen)

– veel wortels of heel lange wortels

 Lupine heeft behaarde bladeren.

Een cactus slaat water op in de stengel.

 Een vetplant slaat water op in de bladeren.

Loofbomen laten in de herfst hun bladeren vallen

Bladeren in een vochtige omgeving

Aanpassingen bij planten die in een vochtig milieu leven:

– veel huidmondjes

– huidmondjes aan de buitenkant

– grote dunne bladeren

– dunne waslaag op de bladeren

– geen beharing op de bladeren

– minder uitgebreide en ondiepe wortels

Aanpassingen bij oever- en waterplanten

– Bij drijvende bladeren zitten de huidmondjes alleen aan de bovenkant (bijv. waterlelie).

– Bladeren onder water hebben geen huidmondjes (bijv. waterpest).

– Kleine wortels.

– In de stengels kunnen luchtkanalen voorkomen.

Aanpassingen aan de hoeveelheid licht

• Planten hebben aanpassingen aan de hoeveelheid licht.

– Zonplanten: groeien het best bij veel licht, bijv. in een weiland.

– Schaduwplanten: groeien het best bij weinig licht, bijv. op de bodem van een loofbos.

• Voorjaarsbloeiers zijn voorbeelden van schaduwplanten.

Klimplanten

 - Klimplanten hebben hechtwortels of ranken. Hiermee kunnen ze langs andere planten omhoogklimmen.

- Nemen soms voedingsstoffen op uit andere planten waar ze op groeien. 

- Groeien snel 

Maken

blz. 106

Opdr. 1 t/m 7

Terugblikken

Op welke manier past een plant zich aan het water aan?

Op welke manier past een plant zich aan een droge omgeving aan?

Planten die bij veel licht het beste groeien noem je ......

Planten die het best in de schaduw groeien noem je .......

Waarom groeien klimplanten snel?

Heb je de leerdoelen behaald?

6.6.1 Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.