H2-2 Prijselasticiteit van de vraag

Herhaling vorige les
Hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 en 2.2
LWEO Lesbrief Vraag en aanbod
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling vorige les
Hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 en 2.2
LWEO Lesbrief Vraag en aanbod

Slide 1 - Slide

prijs: van 9 naar 9,45 euro
afzet: van 5000 naar 4600 stuks
De prijselasticiteit van de vraag is:
A
groter dan of gelijk aan 1
B
tussen de 0 en 1
C
kleiner dan -1
D
tussen de 0 en -1

Slide 2 - Quiz

uitwerking
prijswijziging: (9,45 - 9)/9 * 100% = +5%
hoeveelheid wijziging: (4600-5000)/5000 * 100% = -8%
Ev = -8/5 = - 1,6

Slide 3 - Slide

Ev = -0.8, Qv = 400.000, P = 600
Hoeveel moet de prijs worden
om Qv te laten stijgen naar 480.000?
A
450
B
480
C
504
D
547

Slide 4 - Quiz

uitwerking
De vraag verandert met (480000-400000/400000) * 100% = +20%.
Ev = -0,8
Dus -0,8 = +20%/prijswijziging
prijswijziging = 20/-0,8 = -25%
Nieuwe prijs is: 0,75 * 600 = 450 euro


Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 2, paragraaf 2.2
prijselasticiteit van de vraag, deel II
LWEO, lesbrief vraag en aanbod

Slide 6 - Slide

leerdoelen
  • Wat is het verschil tussen elastische en inelastische vraag?
  • Wat is het verschil tussen primaire en luxe goederen
  • Wat is de prijselasticiteit van primaire goederen
  • Wat is de prijselasticiteit van luxe goederen

Slide 7 - Slide

Hoe sterk reageert de vraag
elastische vraag
Ev groter dan 1 of kleiner dan -1. Oftewel de vraag verandert sterker dan de prijs. 

inelastische vraag

De Ev ligt tussen de -1 of de 1. De vraag verandert minder sterk dan de prijs. 

volkomen inelastische vraag
De Ev = 0. De vraag verandert niet bij een prijswijziging. 

Slide 8 - Slide

Stel Ev = 0,8.
Wat gebeurt er met de
omzet bij een prijsdaling?
A
Kun je niet zeggen want je weet de P en Q niet
B
De omzet zal dalen
C
De omzet zal stijgen

Slide 9 - Quiz

inelastische vraag en omzet
Ev = -0,8. Dus de vraag is inelastisch. De vraag zal minder hard stijgen dan de prijs daalt. Oftewel de totale omzet zal dalen
Voorbeeld: stel de prijs is 10 en gaat naar 9. Dus de prijs daalt met 10%. De Q is 10 en gaat naar 10,5. De Q stijgt met 5%. 
Ev = 5/-10 = -0,5, dus inelastisch. 
eerst was de omzet: 100
nu is de omzet: 9 * 10,5 = 94,5

Slide 10 - Slide

Stel Ev = 1,8.
Wat gebeurt er met
de omzet bij een prijsdaling?
A
Kun je niet zeggen want je weet de P en Q niet
B
De omzet zal stijgen
C
De omzet zal dalen

Slide 11 - Quiz

vraag en omzet
De elasticiteit is 1,8. Dus de vraag is elastisch. Dat betekent dat bij een prijsdaling de vraag harder zal stijgen. Per saldo zal de omzet stijgen

Slide 12 - Slide

primaire en luxe goederen
primaire goederen
Goederen die je niet kunt missen, ze vervullen een eerste levensbehoefte. Zoals eten. 

luxe goederen
Goederen die niet noodzakelijk zijn voor ons levensonderhoud. Bijvoorbeeld een luxe horloge. 


Slide 13 - Slide

complementaire  en substitutie goederen
substitutie goederen
Goederen die elkaar kunnen vervangen bij het vervullen van een behoefte. Bijvoorbeeld thee is een substituut voor koffie. 

complementaire goederen
Goederen die elkaar aanvullen. Bijvoorbeeld suiker en melk zijn complementair aan koffie. 


Slide 14 - Slide

Is een spijkerbroek een primair of luxe goed?
A
primair
B
luxe

Slide 15 - Quiz

I: de prijs naar een primaire goed is prijs elastisch
II: de prijs naar een luxe goed is prijs inelastisch
A
I en II zijn juist
B
I is juist, II onjuist
C
I is onjuist, II is juist
D
I en II zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

Gefeliciteerd!
Jullie hebben zojuist opgaven 2.12 tot en met 2.17 gedaan
Komende maandag alleen nog 
2.18, 2.22, 2.26 + oefentoetsvragen 2-1 en 2-2 

Slide 17 - Slide

Samengevat
  • Ev > 1, elastische vraag, omzet stijgt bij prijsdaling
  • Ev = 0, volkomen inelastisch, omzet blijft gelijk bij prijsdaling
  • 0 > Ev >1, inelastische vraag, omzet daalt bij prijsdaling
  • Primaire goederen: inelastische vraag
  • Luxe goederen: elastische vraag

Slide 18 - Slide

Ik begrijp het verschil tussen
inelastisch en elastische vraag
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik begrijp het verschil tussen
primaire en luxe goederen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik begrijp dat een primair goed prijs
inelastisch is en een luxe goed prijs elastisch
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll