10.2 puberteit

10.2 Puberteit blz 106
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10.2 Puberteit blz 106

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les
Je leert: 
Hoe je lichaam in de puberteit verandert.
Wat transgender zijn betekent.
Door welke hormonen je verandert. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

primair of secundair
Geslachtskenmerken welke ken je?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


19. Geslachtskenmerken
Geslachtskenmerken kun je onderverdelen in primaire
geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken.

In welke zin staan alleen secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen, borstgroei en borsthaar.
B
Schaamhaar, zwaarder skelet en lagere stem.
C
Balzak, schaamlippen en penis.
D
Balzak, bredere schouders en lagere stem.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Tertiaire geslachts-kenmerken

Verschillen tussen jongens en meisjes 
in kleding, denken en gedrag.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat verandert 
er nog meer allemaal?

- Jeugdpuistjes
- Zweten
- Gevoelens

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

-  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is een puistje?
A
Talg in de poriën van talgklieren.
B
Verstopte poriën van de talgklieren.
C
Een ontsteking in de poriën van de talgklieren.
D
Het juiste antwoord staat er niet bij.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hypofese
Dit is de hormoonklier in de hersenen die de aanmaak van de geslachtshormonen stimuleert

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Testosteron en oestrogeen

Slide 14 - Slide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Wat is een transgender?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Transgender of transseksueel
Iemand die zich niet thuis voelt in zijn lichaam: transgender

Ongemakkelijk voelen in eigen lichaam = genderdysforie
Iemand die van geslacht verandert: transseksueel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 10.2
Lees paragraaf 10.2 goed door!
maken: 3, 5,7, 8, 9, 10, 11 
klaar? begin dan aan opdracht 6 en opdracht 12

Slide 17 - Slide

This item has no instructions