10.2 Puberteit

Paragraaf 10.2 Puberteit
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 10.2 Puberteit

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Welkom

  • Herhalen van 10.1
  • Uitleg 10.2 Puberteit
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke verandering?

Tanden wisselen
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

Jasper leert lopen.
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
Geestelijk
B
Lichamelijk

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke veranderingen horen bij het ouder worden na het 50ste levensjaar?
timer
1:00
A
De huid krijgt rimpels.
B
Kraakbeen verdwijnt uit de botten.
C
Spieren worden sterker.
D
Vrouwen menstrueren nog regelmatig

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Hormoonklieren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De hypofyse produceert
A
Testosteron
B
Oestrogenen
C
Hormonen die werking teelballen, eierstokken en groei regelen
D
Zaadcellen en eicellen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt het dat je lichaam een groeispurt (= snelle lengtegroei) doormaakt in de puberteit?
A
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je overal celdeling krijgt.
B
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in je botten krijgt.
C
De hypofyse maakt groeihormoon waardoor je celdeling in de groeischijven van je botten krijgt.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
  • • Je kunt de definitie geven van primaire en secundaire en tertiaire geslachtskenmerken.
  • - je kunt voorbeelden noemen van primaire en secundaire geslachtskenmerken van jongens en meisjes.
  • - je kunt aangeven vanaf wanneer jongens/meisjes vruchtbaar zijn.
  • • Je kunt in je eigen woorden uitleggen hoe op welke manier je huid verandert tijdens de puberteit
  • - Je kunt omschrijven hoe mee-eters ontstaan
  • - Je kunt omschrijven hoe puistjes/acné ontstaat
  • - Je kunt uitleggen hoe het komt dat je meer gaat zweten in de puberteit.
  • • Je kunt uitleggen wat de geslachtshormonen zijn en waar ze gemaakt worden.
  • - Je weet het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.
  • - Je weet waar de geslachtshormonen gemaakt worden.
  • - Je kunt door middel van een voorbeeld laten zien dat je bron 4 begrijpt
  • • Je kunt uitleggen wat genderdysforie/transgender is.
  • - Je kunt het verschil omschrijven tussen transgender en transseksueel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Geslachtskenmerken 
Alle kenmerken waaraan je het verschil kunt zien tussen een jongen en een meisje
Geslachtskenmerken zijn alle kenmerken 
waaraan je kunt zien of iemand een jongen of een meisje is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

geslachtskenmerken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kun je 1 voorbeeld noemen van een primair, secundair en tertiaire geslachtskenmerk van beide geslachten?

Een tertiair kenmerk moet gaan over gedrag, denken, kleding. (voorbeeld het juiste merk schoenen)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

De brede heupen en okselhaar zijn...
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat klopt er niet?
A
Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken krijg je in de puberteit
C
Een secundair geslachtskenmerk is baardhaar
D
Vagina en de penis zijn primaire geslachtskenmerken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn primaire geslachtskenmerken van de vrouw?
A
Borsten en vagina
B
Vagina en schaamlippen
C
Bredere heupen en borsten
D
Ronde lichaamsvormen en vagina

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 20 - Video

Filmpje over acné
bron 5 hier

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Door welke hormonen verander je in je puberteit?
Jongens - maken in de zaadballen testosteron, het mannelijk geslachtshormoon
Meisjes -  maken de eierstokken oestrogeen, het vrouwlijk geslachtshormoon
Deze geslachtshormonen regelen de secundaire geslachtskenmerken.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 25 - Video

This item has no instructions

bron 4 hier

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Transgender
  • Heeft het gevoel de verkeerde primaire en secundaire geslachtskenmerken te hebben.

  • Als je geslacht niet gelijk is aan je gevoel dan heb je een gender-identiteitsstoornis, oftewel genderdysforie.
Dit is niet gelijk aan travestie!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Als transgender ben je sowieso gay

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions

Is transgender zijn een trend?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Link

This item has no instructions

Is transgender zijn een keus?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Transseksueel
Als je echt ongelukkig voelt in je eigen lichaam, kun je je geslacht laten veranderen. 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Je maakt de vragen in je digitale werkboek van paragraaf 10.2.

Mocht je 10.1 nog niet afhebben, dan maak je deze vragen eerst af.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions