This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3- Herhaling
Slide 1 - Slide
Programma
wat
hoe
tijd
Quizizz
individueel
10 minuten
kahoot!
klassikaal
10 minuten
begrippenquiz
klassikaal
10 minuten
pauze
klassikaal
5 minuten
vooruitblik H4
klassikaal
10 minuten
zelfst. leren
individueel
overige tijd
Slide 2 - Slide
Begrippenquiz
Wat: straks komen er verschillende beschrijvingen van een begrip op het bord te staan. Jullie hebben 20 seconden om over deze omschrijving na te denken. Hierna schrijven jullie in de LessonUp de juiste omschrijving op.
tijd: 10 minuten
Hulp: -
Slide 3 - Slide
'Het overnemen van de Romeinse Cultuur'
Slide 4 - Slide
Juiste begrip:
Slide 5 - Open question
'De grens van het Romeinse Rijk'
Slide 6 - Slide
Juiste begrip:
Slide 7 - Open question
'Groep rijke mannen, die advies gaven aan de consuls. Bepaalde lange tijd de politiek in het Romeinse Rijk'
Slide 8 - Slide
Juiste begrip:
Slide 9 - Open question
'oorlog tussen twee of meer groepen uit hetzelfde land'
Slide 10 - Slide
Juiste begrip:
Slide 11 - Open question
'Dit is het oudste monotheïstische geloof'
Slide 12 - Slide
Juiste begrip:
Slide 13 - Open question
'Het politieke, religieuze en economische centrum van een Romeinse stad'
Slide 14 - Slide
Juiste begrip:
Slide 15 - Open question
Pauze
timer
1:00
Slide 16 - Slide
Vooruitblik H4
Slide 17 - Slide
van wanneer tot wanneer duurden de middeleeuwen?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
verval & terug naar een landbouwsamenleving
Na de val van het West-Romeinse Rijk werd het onveiliger op straat. Rondtrekkende volken en rovers zorgden voor veel onrust en veiligheid op straat. Veel mensen zochten veiligheid bij krijgsheren. Ze gingen in de buurt van kastelen wonen. Hiervoor moesten zij wel een deel van hun vrijheid afstaan.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
De rol van het geloof
Voor veel mensen werd het geloof steeds belangrijker. Door te bidden vonden zij een zekere rust in tijden van oorlog, geweld, ziektes, hongersnoden en natuurrampen.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Voor nu
Ga nu zelfstandig aan het werk. Je kunt bijvoorbeeld: