This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
De klimaten in Europa
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Welke klimaten komen er in Europa voor?
Op welke plaats komen deze klimaten voor?
Waarom komen de klimaten op deze plaats voor?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Warm
Koud
Slide 5 - Drag question
Evenaar
Noordpool
Slide 6 - Slide
Droog
Nat
Waar regent het meer? Hoe zijn de temperatuurverschillen tussen oost en west?
Koel
Warm
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Zeeklimaat
Landklimaat
Middellandse Zeeklimaat
Toendraklimaat
Slide 9 - Drag question
Pyreneeën
Oeral
Karpaten
Scandinavisch
Hoogland
Alpen
Kaukasus
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Hoogtegordels
Hoogtegordels zijn natuurlijke zones in de bergen. Dit komt omdat niet alle bomen tegen de kou kunnen, omdat hoe hoger je komt, het steeds kouder wordt in de bergen.
Loofbomen houden van warmte. Daarom komen deze bomen alleen voor in het dal. Als het te koud wordt verliezen de bomen tijdelijk hun bladeren. Als het warmer wordt, komen de bladeren terug.
De alpenweide is een natuurlijke zone, die bestaat uit gras en mos.
Omdat het hier al vrij koud is (in de zomer kouder dan 10 graden Celcius), kunnen er geen bomen meer groeien.
De naaldboomgordel ligt boven de loofboomgordel, omdat dit type boom beter tegen de kou kan.
Rond de 2000 meter is de boomgrens. Dit wil zeggen dat boven deze hoogte geen bomen meer kunnen groeien omdat het te koud is (< 10 graden).
De rotsgordel wil zeggen dat de alpenweide steeds kaler en rotsachtiger begint te worden. Op deze hoogte is het zelfs voor planten te koud om te groeien.
Eeuwige sneeuw is sneeuw dat elk seizoen blijft liggen (dus ook in de zomer), omdat dit gebied zo hoog ligt dat het er altijd koud is.