Blauwe woorden 6.7 TaalCompleet B1
1 / 10
Lesson duration is: 5 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent:
vegetarisch
vegetarisch
A
met groenten
B
met kip
C
zonder vlees
Slide 2 - Quiz
Wat betekent:
uitsluitend?
uitsluitend?
A
alleen maar
B
op slot
C
zonder
Slide 3 - Quiz
Wat betekent:
de categorie
de categorie
A
de vergadering
B
de groep
C
de vacature
Slide 4 - Quiz
Wat betekent:
de instelling
de instelling
A
de fabriek
B
de organisatie
C
het idee
Slide 5 - Quiz
Wat betekent:
diverse
diverse
A
verschillende
B
oude
C
hetzelfde
Slide 6 - Quiz
Wat betekent:
de gelegenheid
de gelegenheid
A
de sector
B
het vak
C
de gebeurtenis
Slide 7 - Quiz
Sanne heeft veel problemen. Ken jij haar .........
A
achtergrond
B
categorie
Slide 8 - Quiz
Ik zie een bordje op de deur van de winkel: gesloten ............ vakantie.
A
met behulp van
B
vanwege
Slide 9 - Quiz
Dit ......... vragen op het examen vind ik heel moeilijk.
A
begrip
B
type
