Taalcompleet B1 blauwe woorden 6.3
1 / 11
Lesson duration is: 8 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent:
de werkgelegenheid
de werkgelegenheid
A
het aantal werkuren
B
het gemiddelde salaris
C
de kans op werk
Slide 2 - Quiz
Wat betekent:
het vak
het vak
A
het beroep
B
de ervaring
C
de les
Slide 3 - Quiz
Wat betekent:
doordeweeks
doordeweeks
A
de hele week
B
maandag t/m vrijdag
C
veertig uur per week
Slide 4 - Quiz
Wat betekent:
afstuderen
afstuderen
A
een andere studie doen
B
haar opleiding afronden
C
stoppen met studeren
Slide 5 - Quiz
Wat betekent:
het vervolg
het vervolg
A
het gevolg
B
de goede volgorde
C
het volgende deel
Slide 6 - Quiz
Wat betekent:
de mentor
de mentor
A
begeleider op school
B
leraar op school
C
psycholoog op school
Slide 7 - Quiz
Volgende week heb ik ......... een beter resultaat op mijn examen.
A
gedeeltelijk
B
komend
C
hopelijk
Slide 8 - Quiz
Voordat je je inschrijft voor een studie, kun je een les ..............
A
uitproberen
B
afstuderen
C
monteren
Slide 9 - Quiz
Aan welke ................ kun je een appelboom herkennen?
A
voorkeuren
B
voorlichtingen
C
kenmerken
Slide 10 - Quiz
Zij heeft haar loon van deze maand al ................... uitgegeven
A
hopelijk
B
gedeeltelijk
C
komend
