Steunles Engels klas 2 - zoek de vout, signaalwoorden, zinnen

Verbeter de fout:
She has moved to another city last year.
1 / 25
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Verbeter de fout:
She has moved to another city last year.

Slide 1 - Open question

Verbeter de fout:
Have you ever eat Chinese food?

Slide 2 - Open question

Verbeter de fout:
They have sent out the invitations yet.

Slide 3 - Open question

Verbeter de fout:
Jack hasn't seen Jill since has graduated.

Slide 4 - Open question

Verbeter de fout:
The lesson has started ten minutes ago.

Slide 5 - Open question

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Gisteren / yesterday
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 6 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Vaak / often
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 7 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Sinds / since
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 8 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Soms / sometimes
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 9 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Gister(en)avond / last night
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 10 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Never / nooit
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 11 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Al zes jaar / for six years
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 12 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Meestal / usually
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 13 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Vorig jaar / last year
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 14 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Nog / yet
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 15 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Zojuist / just
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 16 - Quiz

Bij welke tijd hoort dit signaalwoord:
Toen ik een kind was / When I was a child...
A
Present simple
B
Past simple
C
Present perfect
D
Past continuous

Slide 17 - Quiz

Dit instrument klinkt fantastisch. De muzikant (=musician) speelt erg goed.

Slide 18 - Open question

Waarom eet je altijd luidruchtig?

Slide 19 - Open question

Het mooie meisje danst erg mooi.

Slide 20 - Open question

Heeft er iemand een taart gebakken?

Slide 21 - Open question

Zullen wij een cadeautje kopen of gaat iemand anders dat doen?

Slide 22 - Open question

Onze docent houdt van lesgeven. Hij legt de opdrachten (=exercises) zorgvuldig uit.

Slide 23 - Open question

Ik heb al uren hoofdpijn.

Slide 24 - Open question

Je zou je tanden snel moeten poetsen.

Slide 25 - Open question