Hoofdstuk 2 Getting to know someone

Hoofdstuk 2 Getting to know someone
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Getting to know someone

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  • Je kent de vraagwoorden die je kunt gebruiken om kennis te maken.
  • Je kunt vragen stellen met vraagwoorden.
  • Je kent belangrijke zinnen die je kunt gebruiken om kennis te maken.
  • Je kunt een gesprek voeren om kennis te maken. 

Slide 2 - Slide

Vraagwoorden
In het Nederlands kun je vragen stellen die beginnen met wie, wat, waar, wanneer of hoe. Dit noemen we vraagwoorden. 

Slide 3 - Slide

Bedenk in het Nederlands een vraag met het vraagwoord 'wie'.

Slide 4 - Open question

Bedenk in het Nederlands een vraag met het vraagwoord 'wat'.

Slide 5 - Open question

Bedenk in het Nederlands een vraag met het vraagwoord 'waar'.

Slide 6 - Open question

Bedenk in het Nederlands een vraag met het vraagwoord 'wanneer'.

Slide 7 - Open question

Bedenk in het Nederlands een vraag met het vraagwoord 'hoe'.

Slide 8 - Open question

who
wie
what
wat
where
waar
when
wanneer
how
hoe
why
waarom

Slide 9 - Slide

do you feel today?
are you going to your uncle's house?
is your bike? I don't see it.
is your favorite singer
are you so happy
is your name
who
what
why
how
when
where

Slide 10 - Drag question

In het boek...
Maak opdracht 3, 4 en 5 vanaf bladzijde 9.
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Wat heb ik geleerd...
  • Ik ken de vraagwoorden die je kunt gebruiken om kennis te maken.
  • Ik kan vragen stellen met vraagwoorden.
  • Ik ken belangrijke zinnen die je kunt gebruiken om kennis te maken.
  • Ik kan een gesprek voeren om kennis te maken. 

Slide 12 - Slide