H2 Toets Vergelijkingen kader

• Wiskunde
• Middelbare school

Toets H2 Vergelijkingen

Doel van de toets:

Welke leerdoelen beheers je en welke leerdoelen beheers je nog niet helemaal

Elze maakt een schaatstocht van 192 km.
Gemiddeld schaatst zij 32 km per uur.
Bij de afstand tot de finish hoort de formule
afstand in km = 192 – 32 x tijd in uren
Vul de tabel in: 0 = ; 1= ;

Welke grafiek hoort bij de formule:
Afstand in km = 192 - 32 x tijd in uren

1. 
2. 
3. 
4. 

Na hoeveel uren is Elze op de helft van de schaatstocht?

1. 96 km
2. 4 uur
3. 3 uur
4. 94 km

Na hoeveel tijd moet Elze nog 1 uur schaatsen tot de finish?

1. 32 km
2. 4 uur
3. 5 uur
4. 64 km

Welk grafieken horen bij de volgende formules:
Mike: inkomsten in € = 2 + 3,25 x tijd in uren
Bart: inkomsten in € = 5 + 2,50 x tijd in uren

1. 
2. 
3. 
4. 

Na hoeveel uren verdienen Mike en Bart evenveel?

1. 0 uur
2. 2 uur
3. 4 uur
4. 6 uur

Mike en Bart werken beide 6 uur. Hoeveel verschil is er dan in inkomsten?
Mike: inkomsten in € = 2 + 3,25 x tijd in uren
Bart: inkomsten in € = 5 + 2,50 x tijd in uren

1. 0 uur
2. 2 uur
3. 4 uur
4. 6 uur

Bij het oplossen met grafieken gebruik je de coördinaten van het....

1. assenstelsel
2. grafiek
3. horizontale as
4. snijpunt

Leg uit wat je gaat doen als je gaat inklemmen

20 + 500 x waarde van een zegel in € = 45

Los de vergelijking op met inklemmen

Bij een skibaan betaal je per persoon € 16,- per uur op de baan. Een paar ski's kun je huren voor € 8,-
Hierbij hoort de formule: bedrag in € = 8 + 16 x tijd in uren
Tim moet € 45,- betalen, welke vergelijking hoort hierbij?

1. 64 = 8 + 16 x tijd in uren
2. bedrag in € = 8 + 16 x 64
3. tijd in uren = 8 + 16 x 64
4. 64 = 8 + 16 x bedrag in €

Los de volgende vergelijking op met behulp van inklemmen
64 = 8 + 16 x tijd in uren

Susan betaalt (op dezelfde skibaan) voor haarzelf en drie vriendinnen. Ze rekent € 160,- af voor de huur van de skibaan en een paar ski’s voor iedereen. Hoeveel uren heeft Susan de skibaan gehuurd?
De formule is: bedrag in € = 8 + 16 x tijd in uren

1. 9,5 uur
2. 2 uur
3. 3 uur
4. 8 uur

Los op:
8a + 4 = 76
Gebruik de balansmethode

1. a = 17
2. a = 10
3. a = 9
4. a = 15

Los op: 7,5 + 1,5b = 22,5
Gebruik de balansmethode

Een fotograaf berekent de prijs voor het afdrukken van foto’s met de formule
prijs in euro’s = 7 + 0,18f.
Hierin is f het aantal foto’s.
Bereken met de balansmethode hoeveel foto’s je voor € 25,- laat afdrukken