Ecosystemen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Ecologie

Herhaling T6 bs 1

Herhaling

Beantwoord de volgende vragen. Heb je een vraag fout, bedenk waarom je die vraag fout hebt!

(Leren van je fouten)

Consument

Producent

Reducent

Wat doen Consumenten?

1. doen niets met voedingsstoffen
2. eten voedingsstoffen op
3. halen voedingsstoffen uit afval
4. maken voedingsstoffen

Opdracht 7 blz. 135

Wie zijn reducenten?

1. Planten en dieren
2. Dieren en schimmels
3. Schimmels en Planten
4. Bacteriën en Schimmels

Deze bacteriën horen bij de reducenten. Wat doen reducenten ook alweer?

1. organische stoffen omzetten in anorganische stoffen
2. anorganische stoffen omzetten in organische stoffen
3. planten omzetten in mineralen
4. stinkende stoffen produceren in slootjes

Producenten

1. doen niets met voedingsstoffen
2. eten voedingsstoffen op
3. halen voedingsstoffen uit afval
4. maken voedingsstoffen

Opdracht 7 blz. 135

Consumenten

producenten

reducenten

Voedselweb of voedselketen?

1. Voedselweb
2. Voedselketen

voedselketen

voedselweb

In de afbeelding zie je een voedselketen.
Alle dieren in deze voedselketen zijn...?

1. consumenten
2. producenten

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?

1. Ja
2. Nee

Je ziet hier meerdere voedselketens. In de voedselketen is aangegeven wie door wie opgegeten wordt.
Wie staat er aan het eind van deze voedselketen?

1. algen
2. kikker
3. vis
4. reiger

Een juiste voedselketen is:

1. konijn-> havik-> vos
2. muis->slang-> uil
3. gras->konijn-> havik-> vos
4. gras<-konijn<-havik<-vos

Maak de voedselketen

Wie is of zijn hier de
consument(en)

1. radijs
2. radijs en konijn
3. konijn
4. konijn en uil

Heeft een piramide van aantallen altijd een piramide vorm? Waarom

1. Ja, want het geeft altijd de schakels in de juiste volgorde weer
2. Ja, want het aantal individuen in elke schakel wordt altijd kleiner
3. Nee, want het aantal individuen kan groter zijn in de volgende schakel
4. Nee, want de schakels van een voedselketen kunnen soms in een andere volgorde staan

Piramide van aantallen

Piramide van biomassa

En welke is een piramide van aantallen van een tulp met bladluizen?

1. Figuur A
2. Figuur B
3. Figuur C
4. Figuur D

Welk begrip hoort bij welke omschrijving?

het gewicht van alle organische stoffen in een organisme

schema dat laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen

schema dat laat zien wat het gewicht is van alle organische stoffen in elke schakel van een voedselketen

Biomassa

Piramide van aantallen

Piramide van biomassa

De leerdoelen van de vorige les waren:
1: Je kunt de voedselrelaties van organismen benoemen
2: Je kunt omschrijven wat piramides van aantallen en biomassa weergeven.

Hoe goed beheers je deze leerdoelen?

Goed

Heel goed

Niet goed, niet

Slecht

Heel slecht

Nieuwe theorie

Doelen:

4: Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.

5: Je moet de niveaus van ecologie kunnen beschrijven

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Aant. 2.2 Ecologie

In ecologie kijk je naar relaties tussen organismen en tussen organismen en de levenloze natuur.

Biotische factoren: invloeden uit levende natuur

Abiotische factoren: invloeden uit levenloze natuur

Niveaus in de ecologie:

Individu: één enkel organisme

Populatie: alle organismen van dezelfde soort in een gebied

Levensgemeenschap: Alle populaties in een gebied

Ecosysteem: De levensgemeenschap en de biotoop in een gebied

Verwerking naar aanleiding van het filmpje en Aant 2.2

Beantwoord de volgende vragen. Heb je een vraag fout, bedenk waarom je die vraag fout hebt!

(Leren van je fouten)

Hoe noem je één enkel organisme?

Een ecosysteem is:

1. Alle planten en dieren bij elkaar in een bepaald gebied
2. Alle organismen en alle niet-biologische factoren in een bepaalde omgeving

Biotoop

1. Leefomgeving van een organisme
2. Eén organisme
3. Alle populaties in een bepaald gebied
4. Alle abiotische factoren in een bepaald gebied

Wat is een voorbeeld van een ecosysteem?

1. Een dorp zoals Wolvega.
2. Een eiland zoals Vlieland
3. Een werelddeel zoals Europa.
4. Een planeet zoals de aarde.

is dit een populatie?

1. ja
2. nee

Wat is een POPULATIE

1. Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
2. Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
3. Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
4. Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Een populatie kan bestaan uit verschillende soorten organismen

1. juist
2. onjuist

Soortgenoten

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Wanneer behoren twee organismen tot dezelfde soort?

1. Als ze in hetzelfde gebied leven
2. Als ze samen kunnen voortplanten
3. Als ze samen kunnen voortplanten en de nakomelingen zijn vruchtbaar
4. Als ze samen kunnen voortplanten en leven in hetzelfde gebied

In een vijver leven verschillende
bruine kikkers. Wat kun je zeggen
over deze bruine kikkers?

1. De kikkers zijn van dezelfde soort en dezelfde populatie
2. De kikkers zijn van dezelfde soort maar niet van dezelfde populatie
3. De kikkers zijn niet van dezelfde soort maar wel dezelfde populatie
4. De kikkers zijn niet van dezelfde soort en niet van dezelfde populatie

Abiotische factoren          :          Biotische factoren

Abiotische factor

Biotische factor

Licht

Regen

Lucht

Wind

Temperatuur

Water

Bodem

Soortgenoten

Voedsel

Roofdieren

Ziekteverwekkers

Nestgelegenheid

Laatste opdracht

Als afsluiting van deze LessonUp probeer je antwoord te geven op de leerdoelen (omgezet tot vragen)

Dit doe je op de volgende dia's.

Wat zijn biotische en abiotische factoren. Geef van elk twee voorbeelden.

Schrijf de niveaus van ecologie van groot naar klein.