This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Afronden 1.2
start 1.3: Jagers worden boer
Slide 1 - Slide
Deze les....
afronden paragraaf 1.1/ 1.2: wat heb je tot nu toe geleerd?
start 1.3: Leven als boer
Filmpje eerste boeren
Slide 2 - Slide
aan het einde van deze les:
.....weet je wat je moet kennen en kunnen van de eerste twee paragrafen.
..... kun je uitleggen hoe de overgang van jager-verzamelaars naar boer verliep.
..... weet je hoe de eerste boeren leefden.
..... ken je de betekenis van de begrippen: landbouwrevolutie, agrarische samenleving en cultuur.
Slide 3 - Slide
1.1/ 1.2 Dit heb je geleerd...
Hoe de jager-verzamelaars leefden.
Wat middelen van bestaan zijn.
Welke 3 middelen van bestaan de jager-verzamelaars hadden.
primaire en secundaire bronnen.
prehistorie en historie
begrippen:nomade, jager-verzamelaar.
Slide 4 - Slide
Zoek een plaatje bij één van de dingen die je geleerd hebt deze paragraaf. kies uit : Nomade, jager-verzamelaar, primaire bron, secundaire bron, prehistorie of historie
Slide 5 - Open question
Benoem 3 kenmerken van het leven van de jager-verzamelaars
Slide 6 - Open question
1.3: Leven als boer
deelvraag: Wat waren de gevolgen van het ontstaan van de landbouw voor het leven van de mensen?
Slide 7 - Slide
Hoe kun je zien dat deze mensen boer zijn?
Slide 8 - Mind map
Ontstaan eerste boeren:
-Vruchtbare halve maan. Waarom?
1. ontdekken dat je zelf granen kunt verbouwen.
2. ontdekken dat je dieren tam kunt maken en er mee kunt fokken.
3. Zo'n samenleving heet een landbouwsamenleving
Slide 9 - Slide
Gevolgen van het ontstaan van de landbouw
1. Boeren blijven wonen op een vaste plek.
2. Ze bouwen stevige boerderijen ipv eenvoudige hutten.
3. Andere gebruiksvoorwerpen, zoals ploegen enz.
Deze overgang was zo groot dat we spreken van de landbouwrevolutie.
Slide 10 - Slide
De verspreiding van de landbouw
Langzaamaan verspreidde de landbouw zich ook naar Nederland in Zuid-Limburg. ( rond 5300 v. Chr.)
De boerderijen bestonden uit 3 ruimtes.
1. om in te wonen
2. om hun voorraden in op te slaan
3. Werkplaats of opslag dierenvoer
Ze maakten potten van keramiek. Daarom heet dit volk het bandkeramiek volk.