NUN 1F-2F A Examentraining 5 Woordenlijst Examen 1-8

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   september 2022

1 / 13
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   september 2022

Slide 1 - Slide

NUN 1F-2F-A Examentraining     5 Woordenlijst
p.206-207
27 woorden die veel gebruikt worden bij het examen van lezen en luisteren. Die moet je dus kennen.

Geef elk woord een nummer.
1. aandacht trekken
2. aanleiding, de
3. advies geven / adviseren
4. argument, het             ....................       27. weerleggen


Slide 2 - Slide

p.206 Woordenlijst examen
bestudeer nummer 1 tot en met 4
1. aandacht trekken
2. aanleiding, de
3. advies geven / adviseren
4. argument, het  

Doe nu je boek dicht. 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

In welk stukje staat de aanleiding voor de tekst?
timer
2:00
A
Het is voor een verzorgende belangrijk dat zij de hygiëne-regels toepast, daarom....
B
Het is vandaag wisselvallig weer.
C
Ten slotte vond ik het leuk om te doen.
D
Zijn er verder nog vragen of opmerkingen?

Slide 4 - Quiz

Waar is de schrijver aan het adviseren?
timer
2:00
A
Wie heeft er wel eens van een geldezel gehoord?
B
Zet nooit tijdelijk geld van een onbekend persoon op je bankrekening.
C
Dat was een goede grap!
D
Dat mag je nooit meer doen.

Slide 5 - Quiz

aandacht trekken
timer
2:00
A
Bij het ongeluk zijn vijf gewonden gevallen.
B
Als je dat doet, kun je gewond raken.
C
Kleine botsing van twee auto's op het kruispunt.
D
5 GEWONDEN !!!!

Slide 6 - Quiz

Waar geeft de schrijver een argument
om voor komende winter
dikke truien te kopen?
timer
2:00
-Hij heeft zijn armen over elkaar.
-Hij leunt tegen de muur.
A
Wat staat die trui je mooi !
B
Deze wollen trui kriebelt me te veel.
C
Vanwege de hoge gasprijs wordt de verwarming heel duur.
D
Elke Nederlander heeft minstens één wintertrui.

Slide 7 - Quiz

p.206 Woordenlijst examen
bestudeer nummer 5 tot en met 8
5. benadrukken (ww)
6. (be)twijfelen (ww)
7. bewering, de
8. commentaar, het   

Doe nu je boek dicht. 
timer
3:00

Slide 8 - Slide

In welk stukje lees je commentaar?
timer
1:00
A
We gaan nu verder met het volgende item.
B
De tweede aankoop die ik gedaan heb is ...
C
Het is ongelooflijk dat dit in Nederland gebeurd is.
D
Wat vindt u van de volgende situatie?

Slide 9 - Quiz

In welk stukje wordt er iets benadrukt?
timer
1:00
A
Het is vandaag mooi weer.
B
Gister was het super mooi weer, maar wij zaten op school.
C
We zijn nu op school.
D
Door huiswerk te maken, blijf ik bij met de leerstof.

Slide 10 - Quiz

Welke van de volgende zinnen is een bewering?
Kies het beste antwoord.
timer
1:00
A
In tegenstelling tot vorig jaar hebben we nu les op school.
B
Waar is de volgende les?
C
Ik houd niet van online lessen.
D
Vanwege internetproblemen ga ik deze uitleg herhalen.

Slide 11 - Quiz

Waar is de schrijver aan het twijfelen?
timer
1:00
A
A is een verschrikkelijke vrouw. Luister naar haar verhaal.
B
Nu A haar verhaal heeft gedaan, begrijpen we waarom zij dat deed.
C
Een goede raad: doe niet hetzelfde als A.
D
Misschien heeft A gelijk, maar het kan ook zijn dat haar verhaal niet klopt.

Slide 12 - Quiz

huiswerk voor de volgende les
leer de woorden van p.206

Slide 13 - Slide