This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bs 8 Dominant en recessief
Slide 1 - Slide
Herhaling: (R) Wat is allel?
Slide 2 - Open question
Leerdoel
Je kunt uitleggen wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Een organisme met een gelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je homozygoot.
Een organisme met een ongelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je heterozygoot.
Slide 5 - Slide
Homozygoot: gelijk allelenpaar
Slide 6 - Slide
Dominant en Recessief
1 allel is dominant en 1 allel is recessief
Dominant: 'sterke' allel komt tot uiting in het fenotype
Recessief: komt niet tot uiting in het fenotype
Slide 7 - Slide
Gensymbool
Dominant -> Hoofdletter -> A
Recessief -> Kleine letter -> a
Slide 8 - Slide
Gensymbolen
Als je homozygoot bent voor deze eigenschap heb je dus:
- of AA
- of aa
Als heterozygoot heb je dan:
- Aa
Slide 9 - Slide
De zwarte stier is heterozygoot
Slide 10 - Slide
Welk allel is dominant?
A
Allel voor zwarte vacht kleur?
B
Allel voor rode vacht kleur?
Slide 11 - Quiz
Genotype rode Stier: aa
Genotype zwarte stier: Aa
Slide 12 - Slide
Het allel voor bruinhaar is dominant A. Het allel voor blond haar is recessief a. Welke kleur haar heeft iemand met het genotype Aa?
A
Bruin
B
Blond
C
Lichtbruin
Slide 13 - Quiz
Is krullend haar genotype of fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype
Slide 14 - Quiz
De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening die bepaalde delen van de hersenen aantast. Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief?
A
dominant
B
recessief
C
dit kun je niet uit de gegevens opmaken
Slide 15 - Quiz
Is informatie in het DNA genotype of fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype
Slide 16 - Quiz
Zien we hier een voorbeeld van een genotype of fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 17 - Quiz
Het allel voor krullend haar is dominant (A), dat voor steil haar recessief (a). Een vrouw heeft steil haar en is homozygoot. Wat is dan haar genotype?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
aA
Slide 18 - Quiz
Verschil genotype en fenotype is:
A
Het genotype is alles wat je ziet (uiterlijk) en het fenotype is alles wat op de genen ligt.
B
Het fenotype is alles wat je ziet (uiterlijk) plus alles wat op je genen ligt beschreven.
C
Het fenotype is alles wat je ziet van het genotype (uiterlijk) + veranderingen door het milieu.
D
Het genotype is alles wat op je genen ligt + de veranderingen van je fenotype erbij.
Slide 19 - Quiz
Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel
fenotype niet
B
genotype niet
fenotype wel
C
genotype niet
fenotype niet
D
genotype wel
fenotype wel
Slide 20 - Quiz
Lees de tekst bij de afbeelding hiernaast.
Leid uit het fenotype van Philip af of de allelen voor donker haar en een huidtype met sproeten dominant of recessief zijn.
A
Donker: dominant, sproeten: dominant
B
Donker: recessief, sproeten: recessief
C
Donker: dominant, sproeten: recessief
D
Donker: recessief, sproeten: dominant
Slide 21 - Quiz
Hebben deze mensen hetzelfde genotype en fenotype?