2B Spelling - 27.05.2021

Lesdoel
Ik weet of ik deze woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Let op: 10 juni toets spelling! 
  1. ... samenstellingen
  2. ... getallen.
  3. ... combi korte woorden
  4. ... tekort/te kort  of teveel/ te veel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesdoel
Ik weet of ik deze woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Let op: 10 juni toets spelling! 
  1. ... samenstellingen
  2. ... getallen.
  3. ... combi korte woorden
  4. ... tekort/te kort  of teveel/ te veel

Slide 1 - Slide

geef een voorbeeld van
een samenstelling

Slide 2 - Mind map

Samenstelling
sleutel+gat=sleutelgat
voor+deur=voordeur
boter+ham+zakje= boterhamzakje

= een woord dat uit 2 of 3 woorden 
bestaat
--> dit schrijf je altijd aan elkaar

Slide 3 - Slide

Elke dinsdag wordt het ___ opgehaald.
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 4 - Quiz

Bah, wat is dit ___!
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 5 - Quiz

In het kraampje langs de weg worden streekproducten, zoals jam en ___, verkocht
A
bijen honing
B
bijenhoning

Slide 6 - Quiz

Van de nectar uit bloemkelken maken ____.
A
bijen honing
B
bijenhoning

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Schrijf in woorden:
3000

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

"Mijn broek is tekort."
Goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Hoe komt het dat je zo'n goed cijfer hebt? Nou, ik heb .... geleerd!

Slide 13 - Open question

Even herhalen... aan elkaar:
  • Samenstelling: aan elkaar schrijven (vb: handdoek)
  • Getallen: < 1000: aan elkaar (vb: honderdvijftig)
  • Getallen: samenstelling met 100 of 1000: aan elkaar (vb. driehonderd of vierduizend)
  • Combinaties van korte woorden: aan elkaar (vb. hierdoor)
  • Tekort - teveel - tegoed : als je er "een" voor kan zetten: aan elkaar

Slide 14 - Slide

timer
15:00
Tijd over?
Ga naar Learnbeat H 2.3 (schrijfvaardigheid)

Slide 15 - Slide

Lesdoel behaald?
Ik weet of ik deze woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Let op: 10 juni toets spelling! 
  1. ... samenstellingen
  2. ... getallen.
  3. ... combi korte woorden
  4. ... tekort/te kort  of teveel/ te veel

Slide 16 - Slide

Tot morgen!

Slide 17 - Slide