Samenstellingen van twee of meer woorden schrijf je in het Nederlands aan elkaar. Een samenstelling is een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen.
Dus minimuminkomen, politieacademie, televisietoestel, koffiezetapparaat, kortetermijngeheugen, nietszeggend, trompetsolo, alcoholhoudend en viersterrenhotel.
Getallen tot duizend en en samenstellingen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar: tweeënzestig, zeshonderd, twaalfduizend
Voornaamwoordelijke bijwoorden schrijf je aan elkaar: ervoor, daarnaast, erachter en hierbinnen.
De woorden te()kort, te()veel en te()goed
Je schrijft ze als bijvoeglijk naamwoord los. Ze betekenen dan korter/meer/beter dan gewenst.
Als zelfstandig naamwoord schrijf je deze woorden aan elkaar. Zij hebben dan niet meer hun letterlijke betekenis:
het tekort = ‘wat er niet of te weinig is’
het teveel = ‘meer dan nodig is’
het tegoed = ‘nog te ontvangen ‘