This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
you know how a dictionary works.
you can look up words really fast.
Slide 2 - Slide
How does a dictionary work?
Dictionary training
Challenge
Work time
Evaluation + homework
Slide 3 - Slide
How does a dictionary work?
Tijdens de CE mag je een woordenboek gebruiken.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oefening 2: alfabetische volgorde
Het is je vast al opgevallen dat alle woorden in je woordenboek op alfabetische volgorde staan. Dit helpt je om sneller woorden te kunnen vinden. Maar hoe goed ken jij eigenlijk het ABC?
Klaar? Controleren met je buur.
Slide 10 - Slide
Oefening 3: woordsoorten
Als je een woord in een woordenboek opzoekt, kijk je bij de grondvorm van het trefwoord. Zo moet je bijvoorbeeld bij een woord in het meervoud kijken bij het enkelvoud en bij een werkwoord naar het infinitief.
Klaar? Controleren met je buur.
Slide 11 - Slide
Oefening 4: wedstrijdje
Als het goed is ben je nu iets handiger geworden in het opzoeken van woorden in je woordenboek. Tijd voor een uitdaging! Hoe snel kan jij alle woorden vinden?
Schrijf de paginanummer van het woordenboek bij het woord op.
Ready? Set. Go!
Slide 12 - Slide
Lees tekst 10, 11 en 12. Markeer de woorden die je niet kent en zoek ze op in het woordenboek.
Zelfstandig.
Woordenboek.
15 minuten
Woordenboekgebruik oefenen.
Maak opdracht 29 t/m 36.
Slide 13 - Slide
What did you learn today?
Slide 14 - Open question
HOMEWORK
Examen 2017
• Tekst 8, 9 en 10 volgens strategie 'Vergroot je woordenschat en woordenboek gebruik) '