Anatomie, het geraamte en de huid

Het beweegapparaat van de mens
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het beweegapparaat van de mens

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Botten

Spieren

Gewrichten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Geraamte

  • Tweehonderd botten (bij een volwassene).
  • Bij bewegende delen, zoals de knie en heup, zit kraakbeen tussen het bot. Dit is zachter, beschermt en maakt beweging mogelijk.
  • Het skelet bestaat uit: 1- het hoofd met de schedel, 2- de romp: schouders, ribbenkast, wervelkolom, bekken, 3- de ledematen: armen en benen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Skelet
Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor skelet is geraamte.

Een ander woord voor botten is beenderen

Door het skelet kan je lichaam rechtop staan.

Slide 4 - Slide

Het lichaam van een mens bestaat uit 206 botten. Al deze botten hebben een naam.

Ellepijp en het spaakbeen liggen naast elkaar in je onderarm. Ze zijn moeilijk uit elkaar te houden. De Ellepijp ligt aan de kant van de pink.

Denk aan de P van Pijp en de P van Pink.
Het spaakbeen zit vast aan de kant van de duim.
Vervolg geraamte/skelet
De belangrijkste functies van het geraamte:
  • geeft stevigheid aan het lichaam
  • beschermt kwetsbare organen
  • maakt bloedcellen aan in het beenmerg
  • maakt beweging mogelijk, samen met de spieren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
Rug
B
Borstkas
C
Ruggengraat

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Spierstelsel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

FUNCTIE SPIEREN
  • Je spieren zorgen ervoor dat je je kunt bewegen

  • Spieren geven vorm aan ons lichaam samen met de botten en de huid.
  • Spieren bieden bescherming voor lichaamsdelen

  • Bij het zetten van één stap gebruik je 200 spieren. Totaal hebben we meer dan 600 spieren die ieder een eigen functie hebben. Zo zijn sommige spieren betrokken bij de ademhaling of bijvoorbeeld de hartslag.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Spierstelsel
 Verschillende soorten spieren:
  • willekeurige : bijvoorbeeld arm/beenspier)
  • onwillekeurige spieren : bijvoorbeeld spieren ademhaling).
  • Buigspieren (biceps) en strekspieren (triceps)
  • Antagonisten: spieren die een tegengestelde werking hebben. Bijvoorbeeld: Biceps en Triceps. Hierdoor kan jij je onderarm omhoog en omlaag bewegen.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De biceps horen bij het...?
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

5 soorten gewrichten
  • Kogelgewricht
  • Scharniergewricht
  • Rolgewricht
  • Zadelgewricht
  • Eivormig-gewricht

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Scharniergewricht
  • Kan maar in 1 richting bewegen
  • Voorbeeld elleboog, onderarm-bovenarm: buigen en strekken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rolgewricht
  • Kan maar in 1 richting bewegen
  • Voorbeeld elleboog, onderarm: draaien

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Kogelgewricht
  • Kan in meerdere richtingen tegelijk bewegen
  • Voorbeeld schoudergewricht: draaien, voor/achter, opzij 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zadelgewricht
  • Kan in 2 richtingen om en om bewegen
  • Voorbeeld duim: buigen/streken, zijwaarts

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De heup is een voorbeeld van een:
A
Rolgewricht
B
Scharniergewricht
C
Kogelgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat klopt hier niet?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De huid
De huid
De huid

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huid

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De huid
De Huid bestaat uit drie lagen:
  • De opperhuid --> deze bestaat uit de hoornlaag en de kiemlaag.

  • De lederhuid --> deze bestaat uit bloed, lymfevaten en daar bevinden zich je zenuwuiteinden.

  • Daaronder zit het onderhuids bindweefsel                                      In de huid zitten--> warmtezintuigen, koudezintuigen,   tastknopen, drukzintuigen en pijnpunten

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De opperhuid

Het buitenste laagje van je huid. 
Bestaat uit twee lagen:
De hoornlaag en de kiemlaag
Hoornlaag 
  • bestaat uit resten van dode cellen.
  • beschermt je lichaam tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekers.
  • slijt aan de buitenkant af. (Eelt)
Kiemlaag 
  • maakt nieuwe cellen. 
  • opperhuid  wordt steeds weer vernieuwd.
  • bestaat uit levende cellen. 
  • Maakt pigment, om UV-straling op te vangen en de huid te beschermen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke laag of lagen van de huid is weggeschaafd?
Je ziet in dit plaatje bloed.
De bloedvaten komen niet in de opperhuid, maar wel in de lederhuid.
Dus in dit geval weet je zeker dat de lederhuid beschadigd is

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Zwarte wond.



Gele wond.



Rode wond.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Taken van de huid
  • Beschermen tegen water van buiten, uitdroging
  • Tegen ziekmakende micro organismen
  • Tegen schadelijke (chemische stoffen)
  • Tegen mechanische invloeden van buitenaf (vallen/ stoten/ zonlicht)
  • Regelen lichaamstemperatuur, kerntemperatuur

  • Aanmaak vitamine D
  • Opnemen/ uitscheiden stoffen
  • Opnemen beperkt mogelijk (medicijnen)
  • Uitscheiden zweet (98% water/ 2% andere stoffen (zout/geur)
  • Wondgenezing, zelf herstellend vermogen van de huid.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Temperatuurregeling

Afkoelen:

  • Bloedvaten verwijden in de huid (meer warmteverlies)
- Zweten

Verwarmen

  • Bloedvaten verkleinen in de huid (minder warmteverlies)

- Kippenvel krijgen

- Rillen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

  • De huid een oppervlakte heeft van gemiddeld anderhalf tot twee vierkante meter 
  • Weegt ongeveer vier kilo. 
  • De dikte van de huid varieert van 0,1 mm tot meer dan vier mm.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Je loopt naar buiten en krijgt het koud.
Wat gebeurt er met je huid?
Er stroomt meer/minder bloed door de huid
A
meer
B
minder

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


De huid is een orgaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Bestaat de hoornlaag uit dode huidcellen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Opdracht
Stel: je zou zelf een toets mogen maken. 
Welke vragen zou je in de toets verwerken.
Bedenk er minimaal 3 en stel de vragen aan je klasgenoten, succes!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Afronding
Vragen?



Slide 38 - Slide

This item has no instructions