Theorie samenvattend

Samenvatting theorie
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Samenvatting theorie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  • Je kan drie verschillende bloedvaten benoemen, met kenmerk en functie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bloedvaten
Slagaders: aanvoerende vaten. (spieren in de wand)
Aders: afvoerende vaten. (kleppen).
Haarvaten: uitwisseling weefsel en bloed

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp, hoofdbronchus, bronchus, bronchioli.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Longvliesen

Borstvlies
Longvlies
Pleuraholte

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Longblaasjes(alveoli)
  • Eind van de bronchiën
  • Zuurstof wordt opgenomen in het bloed
  • Koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Middenrif
Onder de longen
Spier

Wat gebeurt er met je middenrif als je inademt?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Middenrif

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Neusholte
Neusholte is bedekt met neusslijmvlies
Vochtige laag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ademen via NEUS of via de MOND?
IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het beweegapparaat van de mens

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Geraamte

  • Tweehonderd botten (bij een volwassene).
  • Bij bewegende delen, zoals de knie en heup, zit kraakbeen tussen het bot. Dit is zachter, beschermt en maakt beweging mogelijk.
  • Het skelet bestaat uit: 1- het hoofd met de schedel, 2- de romp: schouders, ribbenkast, wervelkolom, bekken, 3- de ledematen: armen en benen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Skelet
Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor skelet is geraamte.

Een ander woord voor botten is beenderen

Door het skelet kan je lichaam rechtop staan.

Slide 17 - Slide

Het lichaam van een mens bestaat uit 206 botten. Al deze botten hebben een naam.

Ellepijp en het spaakbeen liggen naast elkaar in je onderarm. Ze zijn moeilijk uit elkaar te houden. De Ellepijp ligt aan de kant van de pink.

Denk aan de P van Pijp en de P van Pink.
Het spaakbeen zit vast aan de kant van de duim.
FUNCTIE SPIEREN
  • Je spieren zorgen ervoor dat je je kunt bewegen

  • Spieren geven vorm aan ons lichaam samen met de botten en de huid.
  • Spieren bieden bescherming voor lichaamsdelen

  • Bij het zetten van één stap gebruik je 200 spieren. Totaal hebben we meer dan 600 spieren die ieder een eigen functie hebben. Zo zijn sommige spieren betrokken bij de ademhaling of bijvoorbeeld de hartslag.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De huid
De huid
De huid

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huid

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De huid
De Huid bestaat uit drie lagen:
  • De opperhuid --> deze bestaat uit de hoornlaag en de kiemlaag.

  • De lederhuid --> deze bestaat uit bloed, lymfevaten en daar bevinden zich je zenuwuiteinden.

  • Daaronder zit het onderhuids bindweefsel                                      In de huid zitten--> warmtezintuigen, koudezintuigen,   tastknopen, drukzintuigen en pijnpunten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De opperhuid

Het buitenste laagje van je huid. 
Bestaat uit twee lagen:
De hoornlaag en de kiemlaag
Hoornlaag 
  • bestaat uit resten van dode cellen.
  • beschermt je lichaam tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekers.
  • slijt aan de buitenkant af. (Eelt)
Kiemlaag 
  • maakt nieuwe cellen. 
  • opperhuid  wordt steeds weer vernieuwd.
  • bestaat uit levende cellen. 
  • Maakt pigment, om UV-straling op te vangen en de huid te beschermen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

  • De huid een oppervlakte heeft van gemiddeld anderhalf tot twee vierkante meter 
  • Weegt ongeveer vier kilo. 
  • De dikte van de huid varieert van 0,1 mm tot meer dan vier mm.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


De huid is een orgaan?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Het centrale zenuwstelsel 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Centraal zenuwstelsel

  • Regelcentrum van het lichaam 
  • Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
  • Hersenen--> grote en kleine hersenen, tussenhersenen en de hersenstam.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Anatomie hersenen 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Het centrale zenuwstelsel
Grote hersenen (cerebrum):
  • Emotionele en verstandelijke processen
  • Willekeurige (vrijwillige) bewegingen

Kleine hersenen (cerebellum):
  • Evenwicht en coördinatie
  • Aan en ontspannen van spieren

Hersenstam (truncus cerebri):
  • Vitale levensfunctie (hart en longen)

Ruggenmerg (medulla spinalis):
  • Zenuwbanen en prikkelgeleiding

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Perifeer zenuwstelsel
  • Alle zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel liggen. Neuronen geven signalen door.

  • Animaal zenuwstelsel: regelt acties in het lichaam waar je bewust van bent, zoals lopen

  • Autonoom zenuwstelsel: regelt acties in het lichaam waar je niet bewust van bent, zoals hartactiviteit en spijsvertering

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel
Centraal
Hersenen
Ruggenmerg

Perifeer
Bevindt zich buiten de schedel en de wervelkolom.
Alle zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel liggen. Neuronen geven signalen door.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Autonome zenuwstelsel
  • Het autonome zenuwstelsel wordt onderverdeeld in twee subsystemen met een tegengestelde (antagonistische) werking.
  • Het sympathisch zenuwstelsel en het parasympatisch zenuwstelsel.  

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Autonome Zenuwstelsel
Sympatisch
ACTIE
Gaspedaal

Parasympatisch
RUST
Rempedaal

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Sympathisch zenuwstelsel →Fight or Flight
Parasympatisch zenuwstelsel → Rest & Digest

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

Het lijkt een woord wat voorbehouden is aan kunstenaars, maar echt waar, iedereen kan het leren! Creativiteit is het ontwikkelen van een nieuwe manier van waarnemen. “Kan ik dit probleem op een andere manier benaderen?” Om creativiteit in te zetten heb je nodig: a) dat je weet waar je bent en b) dat je weet waar je naar toe wil.
Onze collega David bezocht onlangs een lezing van Mark Mieras (wetenschapsjournalist) en kwam geïnspireerd terug. We delen zijn inspiratie – en concrete tips – graag met je!
Wat is creativiteit?
Creativiteit is het leren van een nieuwe manier van waarnemen. “Kan ik dit probleem op een andere manier benaderen?” Om creativiteit in te zetten, heb je nodig: a) dat je weet waar je bent en b) dat je weet waar je naar toe wil.
Wat ook belangrijk is: je kunt het meest creatief zijn op een terrein dat je al goed kent. Je bent op de hoogte van de gegeven situatie en je hebt al de nodige ervaring in dat gebied. Dus ook binnen KCC’s is het goed in te zetten!
Hoe werkt creativiteit?
We nemen daarvoor even een kijkje in de hersenen. Onderzoek toont aan dat we gezegend zijn met twee hersenhelften.
De linkerhersenhelft bevat ons vermogen om logisch te redeneren, structuur aan te brengen etc. Onze rechterhersenhelft bevat meer ons gevoelsleven en daar huist ook meer onze creativiteit. Iedereen heeft beide hersenhelften. Dus iedereen is in staat zijn creatieve kant aan te wenden.
Wat gebeurt er nu in die rechter hersenhelft?
De kracht van deze helft is dat het in staat is om op basis van bestaande informatie en ervaringen totaal nieuwe verbindingen te leggen tussen de verschillende onderdelen. De rechter hersenhelft is in staat om nieuwe lijnen te trekken van het punt waar je nu bent, naar het punt waar je naar toe wil.
De rechter hersenhelft heeft daarbij lak aan of wat hij bedacht heeft ‘logisch’ is.
Een grote obstructie van creativiteit is dan ook onze hyperactieve linker hersenhelft: ‘Als het niet logisch verklaarbaar is, zal het wel niets zijn…’
Creativiteit is dus niet anders dan informatie op een nieuwe manier inrichten. Zoals een schilder verf op een doek aanbrengt, een componist muzieknoten arrangeert, zo kan een KCC-medewerker zijn of haar werkomgeving anders ordenen. Hier zit geen onderscheid in!
Doen!
Wat je kunt doen om creativiteit te bevorderen:
 Kies een afgebakend probleem uit
Probeer dat eerst op álle mogelijke manieren op te lossen.
Als je het punt bereikt hebt dat er nog steeds geen oplossing is:
Het probleem “loslaten”! Je stopt met het zoeken en je laat het probleem los in het vertrouwen dat je onderbewustzijn er mee aan de slag gaat. (als je nu denkt: “Dat kan toch nooit werken!” Dan is dat je logische linker hersenhelft die deze werkwijze niet kan verklaren!)
Onderneem kleine activiteiten die de rechter hersenhelft stimuleren: rondje lopen, even wat eten, even de natuur in, praten met mensen.
Grote kans dat je op enig moment nieuwe invalshoeken krijgt! Veel plezier!
Biologie van het zenuwstelsel
  • Het zenuwstelsel is gevoelig voor ziekten en verwondingen, zoals: zenuwen die kunnen degenereren zoals bij de ziekte van Alzheimer of Parkinson
  •  Bacteriën en virussen kunnen de hersenen of het ruggenmerg infecteren (meningitis of encefalitis)
  • Bij stagnatie van de bloedtoevoer naar de hersenen kan een herseninfarct optreden
  • Verwondingen of tumoren kunnen structurele beschadiging van de hersenen of het ruggenmerg tot gevolg hebben

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Beroerte herkennen
FAST test:
  • Face
  • Arm
  • Speech
  • Time

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN???

Slide 37 - Slide

This item has no instructions