Tautologie en pleonasme

Stijlfiguren: pleonasme en tautologie
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Stijlfiguren: pleonasme en tautologie

Slide 1 - Slide

Pleonasme
Een eigenschap die al in het woord zit, wordt nog eens extra benadrukt:

een klunzige stuntel
natte regen
een klein detail
van te voren reserveren


Slide 2 - Slide

Tautologie
Bij een tautologie wordt een begrip herhaald door een synoniem (je zegt dus twee keer hetzelfde)

gratis en voor niets
nooit of te nimmer
eenzaam en alleen
in vuur en vlam

Slide 3 - Slide

Pleonasme

je gebruikt een woord waarvan de betekenis al in een ander woord zit

vaak bn in combinatie met zn of ww

witte sneeuw
nat water
groen gras


Tautologie

je zegt twee keer hetzelfde met verschillende woorden (synoniemen)

meestal dezelfde woordsoort

schots en scheef,
bedroefd en verdrietig
enkel en alleen

Slide 4 - Slide

Fout of niet?
Soms worden ze bewust gebruikt om iets met meer nadruk te omschrijven of tekst te verfraaien,
maar vaak zijn het stijlfouten! 

Slide 5 - Slide

Jouw schrift ziet er netjes en verzorgd uit.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 6 - Quiz

Ik teken een ronde cirkel op het blad.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 7 - Quiz

Er werden drie mannen opgepakt voor de opzettelijke inbraak bij de bank.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 8 - Quiz

"IJsjes, gratis en voor niets"
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 9 - Quiz

Het vliegtuig stijgt omhoog.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quiz

Bekijk het filmpje...
let op de pleonasmes en tautologieën (het zijn er veel!)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aan de slag!
Maak de opdrachten van h4: woordenschat (tautologie en pleonasme)

Slide 13 - Slide