3.1 Energieomzettingen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wielrenners in de tour de France moeten veel (en gezond) eten.
Hoe veel eten de renners in vergelijking met gewone mensen?

A
Ongeveer 1,5 x zo veel
B
Ongeveer 3 x zo veel
C
Ongeveer 4,5 x zo veel
D
nog meer

Slide 3 - Quiz

Welke energiebronnen
ken jij?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke energiesoorten spelen een rol in dit gemaal?

A
Alle zes energiesoorten die je geleerd hebt.
B
Alle behalve elektrische energie.
C
Alle behalve stralingsenergie.
D
Vier of minder energiesoorten.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welke energieomzetting hoort hierbij?

A
Elektrische energie naar kinetische energie.
B
Elektrische energie naar warmte.
C
Elektrische energie naar kinetische energie + warmte
D
Geen van de drie andere antwoorden is juist.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wet van behoud van energie


  • Energie kan niet verdwijnen of gemaakt worden.
  • Energie kan wel worden omgezet.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Is dit in strijd met de wet van behoud van energie?

A
Ja, want er gaat nog steeds energie in.
B
Ja, maar dat komt omdat ze de berg af gaat.
C
Nee, want de wielen blijven draaien.
D
Nee, want de wind speelt ook een rol.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Rendement berekenen



n=rendement in %
Enuttig = afgestane nuttige energie in joule (J)
Etoe = toegevoegde energie of totale energie in joule (J)
η=EtoeEnuttig100
%

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat voor soort lampen zou jij in huis gebruiken?
A
Gloeilampen
B
Spaarlampen
C
LED lampen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat is de nuttige energie van deze centrale?
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling

Slide 25 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
chemische energie
B
stralingsenergie
C
bewegingsenergie
D
elektrische energie

Slide 26 - Quiz

Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie

Slide 27 - Quiz

In je kamer staat een lamp met daarin een gloeilamp. Deze gloeilamp zet van elke 150 J die aangevoerd wordt 10 J om naar licht, de rest wordt omgezet naar warmte. Wat is het rendement van de gloeilamp?
A
15%
B
6,67%
C
3,33%
D
50%

Slide 28 - Quiz

Wat is de opgenomen energie van deze windmolen?
A
warmte
B
elektrische energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie

Slide 29 - Quiz

4,0 J van 6,5 J energie wordt omgezet in warmte door een lamp. Wat is het rendement van de lamp?
A
171%
B
38%
C
62%
D
15%

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide