This lesson contains 3 slides, with interactive quizzes and text slide.
Introduction
Spelelement - Woordwiel
Instructions
Instructies
Wat is het?
Het doel van een woordwiel is zoveel mogelijk combinaties te vinden. Dit kunnen woorden, sommen of andere combinaties zijn. Bij elke combinatie moet tenminste gebruik gemaakt worden van het onderdeel (letter of cijfer) in het midden van de cirkel.
Hoe zet je het in?
Deze werkvorm kan in principe bij elke vak én gedurende elke lesfase worden ingezet. De leerlingen kunnen de combinaties individueel zoeken, maar werken in twee- of drietallen is natuurlijk ook mogelijk. In dat laatste geval is het handig om slechts één device per groep te gebruiken. Los van het gebruik van een woordwiel in een klassikale les, is deze werkvorm ook goed in te zetten in een toets. Bijvoorbeeld als bonusvraag of energizer om er ‘even in te komen’.
Items in this lesson
Spelelement - Woordwiel
Slide 1 - Slide
Instructies
Wat is het?
Het doel van een woordwiel is zoveel mogelijk combinaties te vinden. Dit kunnen woorden, sommen of andere combinaties zijn. Bij elke combinatie moet tenminste gebruik gemaakt worden van het onderdeel (letter of cijfer) in het midden van de cirkel.
Hoe zet je het in?
Deze werkvorm kan in principe bij elke vak én gedurende elke lesfase worden ingezet. De leerlingen kunnen de combinaties individueel zoeken, maar werken in twee- of drietallen is natuurlijk ook mogelijk. In dat laatste geval is het handig om slechts één device per groep te gebruiken. Los van het gebruik van een woordwiel in een klassikale les, is deze werkvorm ook goed in te zetten in een toets. Bijvoorbeeld als bonusvraag of energizer om er ‘even in te komen’.
O
D
E
I
N
A
L
M
K
R
T
S
W
Nederlands
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel.
Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen.
Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
Afkortingen mogen niet.
Slide 2 - Mind map
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel.
Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen.
Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
Afkortingen mogen niet.
24
x12
?2
-15
+7
+5
-6
x3
+53
?10
-45
?20
:51
Rekenen
Maak zoveel mogelijk sommen waarvan de uitkomst bij elkaar precies 100 is. Voor elk getal staat de verplichte bewerking. Bij een getal met een vraagteken mogen de leerlingen zelf een bewerking kiezen.
Slide 3 - Mind map
Maak zoveel mogelijk sommen waarvan de uitkomst bij elkaar precies 100 is. Voor elk getal staat de verplichte bewerking. Bij een getal met een vraagteken mogen de leerlingen zelf een bewerking kiezen.