Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§3 Tijd
Voordat we beginnen:
WELKOM 2KC
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Open je boek op blz. 71
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§3 Tijd
Voordat we beginnen:
WELKOM 2KC
Slide 1 - Slide
1. Klassikaal werken aan paragraaf 3: Tijd.
2. Oefenvragen in LessonUp.
3. Terugblikken en afronden.
Wat gaan wevandaag doen?
Slide 2 - Slide
Je kunt tijdsprongen herkennen in een verhaal
Lesdoelen
Slide 3 - Slide
Tijd
De gebeurtenissen in een verhaal worden in een bepaalde volgorde verteld. Als ze in de volgorde worden beschreven waarin ze gebeurd zijn, noem je dat chronologisch.
Meestal worden de gebeurtenissen in een andere volgorde verteld. Er is dan een afwisseling tussen nu, eerder en later.
Slide 4 - Slide
Tijd
Het 'nu' noem je ook wel het vertelheden.
Als er iets wordt verteld wat eerder is gebeurd, heb je te maken met een tijdsprong achteruit (naar het verleden). Een ander woord voor een tijdsprong achteruit is flashback.
Het komt ook voor dat het opeens een paar dagen, weken of maanden later is. Dat noem je tijdsprong vooruit (flashforward).
Slide 5 - Slide
Waarom maken verhaalmakers gebruik van flashbacks en flashforwards?
Slide 6 - Mind map
Welke film of welk boek kun jij herinneren waarin een flashback of -forward voorkomt?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Video
Opdracht 1
Lees mee met tekst 1 op bladzijde 71.
Maak daarna opdracht 1
Slide 9 - Slide
Aan het werk
Huiswerkopdracht
Maken:
Cursus 3 Fictie, §3 Tijd.. Opdracht 2 en 2 op blz. 72-74.
timer
10:00
We werken zelfstandig en in stilte.
Slide 10 - Slide
Je kunt tijdsprongen herkennen in een verhaal.
Lesdoelen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat kan een schrijver doen met de volgorde van een verhaal?