Week 19 BK Lezen 5.12 en 5.13

Week 19
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 31 min

Items in this lesson

Week 19

Slide 1 - Slide

Planning
Lezen 5.12 & 5.13 BK
Nieuwsbegrip online


Zorg voor markeerstiften

Slide 2 - Slide

Huiswerk week 19

BK BLOK 5 LEZEN 
5.12:2.1 t/m 5.2

5.13: 6.2 t/m 6.4
        7.1 t/m 7.4
         8.1 t/m 8.6



Nieuwsbegrip online

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • herken je overtuigende teksten;
  • kun je feiten en meningen onderscheiden;
  • kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
  • ken je manieren voor een inleiding en een slot.

Slide 4 - Slide

Les 1

Lekker lezen in je boek 



Slide 5 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Les 2

BK BLOK 5 LEZEN
5.12:2.1 t/m 5.2



Slide 7 - Slide

Een recept is een voorbeeld van een overtuigende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

In een overtuigende tekst wil de schrijver laten zien dat zijn mening goed is.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een feit is iets waar je het wel of niet mee eens bent.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een feit is iets wat je kunt controleren of opzoeken.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een mening is persoonlijk.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

In onze klas zitten meer jongens dan meisjes’ is een mening.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Les 3
BK BLOK 5 LEZEN
5.13: 6.2 t/m 6.4
        7.1 t/m 7.4
         8.1 t/m 8.6

Slide 14 - Slide

Inleiding 
Je weet al dat een tekst een inleiding, een middenstuk en een slot heeft. De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. 

Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

1. het onderwerp van de tekst noemen;
2. een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
3. een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slide 15 - Slide

Slot
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:
1. een korte samenvatting van de tekst geven;
2. een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
3. een advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Slide 16 - Slide

Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?

A
Inleiding
B
Slot

Slide 17 - Quiz

We moeten dus afwachten of deze nieuwe winkel een succes wordt.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 18 - Quiz

De cd is verrassend, vrolijk en heel knap gemaakt. Koop hem, hij is je geld waard!

A
Inleiding
B
Slot

Slide 19 - Quiz

Dit hoofdstuk ging over ontdekkingsreizen. Je weet nu hoe Noord-Amerika en Zuid-Amerika ontdekt zijn.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 20 - Quiz

In deze paragraaf leer je hoe je haar verft met permanente haarkleuring.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 21 - Quiz

We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 22 - Quiz

Aan de slag
Lezen BK 5.13


Opdracht 6.2 t/m 6.4
Opdracht 7.1 t/m 7.4
Opdracht 8.1 t/m 8.6

Slide 23 - Slide

Les 4 
Lekker lezen.....

Slide 24 - Slide

Les 5 + 6
Nieuwsbegrip tekst

Nieuwsbegrip Online 

Slide 25 - Slide