Week 22 Lezen 5.12 en 5.13

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 31 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
Lezen 5.12 & 5.13 BK




Slide 2 - Slide



Op niveau Lezen
5.12 Opdracht opdr. 1 t/m 2
blz: 232


Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • herken je overtuigende teksten;
  • kun je feiten en meningen onderscheiden;
  • kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
  • ken je manieren voor een inleiding en een slot.

Slide 4 - Slide

Les 1

Project Lezen 

Slide 5 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Les 2
Op niveau 
Lezen 5.12 BK

Huiswerk: 2.1 t/m 5.2

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
tekst 7 blz: 232

Slide 8 - Open question

Geef antwoord op de vraag die bij jou past:
Als je weleens een festival hebt bezocht: Welk festival? Wat heb je er gedaan of gezien?
Als je nog nooit een festival hebt bezocht: Wat denk je dat je op een festival kunt zien en doen?

Slide 9 - Open question

Waar ga je in de tekst zeker iets over lezen?

A
regels op een festival
B
slecht weer tijdens een festival
C
het aantal bezoekers van een festival

Slide 10 - Quiz

Wat is de bron van de tekst?

Slide 11 - Open question

Wie is de auteur van de tekst?

Slide 12 - Open question

Aan de slag
Lezen BK 5.12

Opdracht 2.1 t/m 5.2

Slide 13 - Slide

Les 3
5.13

Inleiding  - slot 


Slide 14 - Slide

Inleiding 
Je weet al dat een tekst een inleiding, een middenstuk en een slot heeft. De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. 

Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

1. het onderwerp van de tekst noemen;
2. een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
3. een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slide 15 - Slide

Slot
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:
1. een korte samenvatting van de tekst geven;
2. een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
3. een advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Slide 16 - Slide

Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?

A
Inleiding
B
Slot

Slide 17 - Quiz

We moeten dus afwachten of deze nieuwe winkel een succes wordt.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 18 - Quiz

De cd is verrassend, vrolijk en heel knap gemaakt. Koop hem, hij is je geld waard!

A
Inleiding
B
Slot

Slide 19 - Quiz

Dit hoofdstuk ging over ontdekkingsreizen. Je weet nu hoe Noord-Amerika en Zuid-Amerika ontdekt zijn.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 20 - Quiz

In deze paragraaf leer je hoe je haar verft met permanente haarkleuring.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 21 - Quiz

We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 22 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 2, 3 en 6
blz: 233
  • Niet af dan huiswerk voor de volgende les
  • Je mag het samen doen met je buurman of vrouw

Slide 23 - Slide

Les 4
Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen 


Slide 24 - Slide