Bijeenkomst 3

Bijeenkomst 3

Bewegen en het Jonge kind: buitengym en buitenspelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Kunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bijeenkomst 3

Bewegen en het Jonge kind: buitengym en buitenspelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen:
- Je kent de randvoorwaarden van het buitenspelen en kunt aan de hand hiervan het buitenspelen voor het jonge kind aanpassen en verbeteren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Starten met bewegen

Slide 3 - Slide

-2 ballen per student
-ritme proberen te houden met twee ballen
-daarna in tweetallen naast elkaar of tegen over elkaar in het zelfde ritme stuiten
daarna in tweetallen tegenover elkaar ballen overstuiten, rechterhand begint, voordat je de andere bal vangt geef je je tweede bal eerst even door
Buitenspelen
Waarom is buiten spelen zo belangrijk, zeker voor het jonge kind?

Slide 4 - Slide

Filmpje afspelen tot 1.47

Kleuters en basisscholen brengen veel tijd door op het schoolplein.  Twintig %v van hun basisschool carrière brengen ze door op het school plein.  En kleuters brengen 1/3 deel van hun onderwijstijd buiten door.

Het is niet altijd een fijne plek, iedere leeftijdsgroep heeft zijn eigen behoefte aan buitenspelen. Er heersen tegensstrijdige belangen, maar je wil het vrij spelen ook vrij houden.
Vanuit de overheid en samenleving steeds meer signalen die het vangen van bewegene en een gezonde leefstijl onderstrepen en die door vertalen naar het schoolplein. Projecten als lekker fit, gezonde school, Zoneparc en het groene plein helpen hierbij
Buitenspelen
Randvoorwaarden buitenspelen:
1. Aantal kinderen per plein 
    - gescheiden pauzes
    - ergens anders spelen (park, cruyff court)
2. Structureren van de ruimte 
     -Zonering
     - Hotspotrooster
3. Los materiaal aanbieden (buitenspeelbakken)
4. Transfer met de les bewegingsonderwijs ( samenwerking vakdocent)
5. Begeleiding op het plein
6. Ook in slecht weer kan je buitenspelen ( zie filmpje)

Slide 5 - Slide

Om tot goed buitenspelen te komen zijn er randvoorwaarden nodig.
Beweegwijs

Slide 6 - Slide

Bedenk bij elke kleur een activiteit geschikt voor kleuters/ groep 3.

Maak 5 groepen, ieder krijgt een kleur. ( behalve wit. Bereid met je groepje dit voor om dit ook echt daadwerkelijk buiten te spelen. Neem het materiaal wat je nodig denkt te hebben mee. Hoe het simpel!


Zelf buiten Bewegen
Beweegwijsspelen in de verschillende kleuren gaan we buiten doen en laten zien
+
Klassikale buitenspellen:
De machinist
Hoedjesparade



Slide 7 - Slide

De studenten hebben zelf hun beweegwijs activiteiten voorbereid en gaan dit in de praktijk buiten laten zien.

Zelf de hoedjesparades en Machinist laten zien en doen. Van te voren paden uitzetten en denk aan materiaal meenemen!

Machinist:
De studenten staan in groepjes van drie in een treintje achter elkaar. De groepjes zijn verspreid door het de gymzaal of buiten. De voorste student is de machinist en rent door het vak. De andere twee doen de machinist na (rennen, springen, klappen, van richting veranderen, enzovoort). 

Hoedjesparade

Dit spel is een variant op het spel hoedjesdag, speciaal voor op het schoolplein. Maak van krijt verschillende kronkelpaden die allemaal naar één middelpunt leiden. In het midden ligt een lege hoepel.
Aan de start van elk pad ligt een hoepel vol klein materiaal. De kinderen kiezen zelf bij welk parcours ze starten. Ze pakken een voorwerp uit de hoepel, en plaatsen deze als hoedje op hun hoofd! Zo balanceren ze naar het midden. Bereiken ze het midden? Dan plaatsen ze het voorwerp in de hoepel.
Valt het voorwerp? Dan blijft deze liggen. De rest moet dit voorwerp dus ontwijken.
Hoeveel voorwerpen krijgen de kinderen in het midden?
Benodigdheden
• Krijt
• 6 hoepels
• Klein materiaal (hoedjes, lintjes, ringen, pittenzakjes, etc.)
Aandachtspunten
Merk je dat de kinderen de neiging hebben het materiaal vast te houden. Spreek dan af dat ze balanceren met hun armen wijd, als een vliegtuig,

Makkelijker:
Geef een leven, zo mag je het materiaal een keer laten vallen

Moeilijker:

Anders bewegen, zijwaarts of achterwaarts of haal de middelste hoepel weg en probeer het voorwerp naar de goede kleur hoepel te brengen.
Treintjes mogen niet botsen of door elkaar heen kruisen. Bij het wisselen van machinist sluit de voorste achteraan en komt er een ander kind voorop die de nieuwe machinist wordt. Alle kinderen worden minimaal één keer de machinist.

Aandachtspunten
De studenten moeten goed kijken naar de machinist maar tegelijkertijd ook opletten wat er om zich heen gebeurt. De treintjes moeten opletten waar de andere treintjes zijn en mogen niet botsen met een ander wagonnetje.

makkelijker
Door minder treinen te maken die langer zijn. De kinderen hebben nu minder andere treinen waar ze rekening mee moeten houden. Het wordt wel uitdagender om de machinist goed na te doen.

moeilijker
Door te wisselen van machinist op het fluitsignaal. Wanneer de leerkracht fluit (klapt of roept) wisselt het groepje van machinist. Wissel hierin, soms snel achter elkaar en soms juist met veel tussentijd.
Ook kun je als leerkracht meer opdrachten roepen. Roep bijvoorbeeld KOE OP HET SPOOR! De treintjes moeten nu zo snel mogelijk remmen. Of roep tunnel, de treinen gaan verder maar maken zich zo klein mogelijk.
Koppeling gymles buitenspelen
Ideeën:
- bobbelbaan / balanceerbaan (op de zandbakrand)
- touwtje springen
- kloslopen
- fietsen
- boompje verwisselen
- leeuwenkooi
- circus onderdelen
- beweegbanen/ stoepkrijt

Slide 8 - Slide

Hoe vaak komt het niet voor dat de speelzaal bezet is. We zijn verplicht om twee keer per week bewegingsonderwijs te bieden ook aan kleuters. Dus de gymles vindt ook vaak buiten plaats!

Wat kan je dan allemaal doen? 
Welke ideen hebben jullie nog?


Koppeling gymles buitenspelen
Balanceren: fietsen, karren, steppen, glijden op glijbaan, acrobatiek, kloslopen, stellopen, stepping stones
Klimmen: klimmen op het klimrek, boom klimmen, touwladders, klimtouw ,klimtoren
Zwaaien: schommelen, kabelbaan, rekstok zwaaien, autoband zwaaien
Over de kop gaan: duikelen duikelstang, voorover achterover, knien hang
Springen: touwtje springen, bokje springen, verspringen, hinkelen, zaklopen, skippybal
Mikken: mikken, raken en doelen op allerlei materialen, knikkeren, ringwerpen, kegelen
Jongleren: kaatseballen, ballon hooghouden, overgooien, jongleer doekjes, scoop
Doelspelen: Keeperspelen, lummelspelen, voetbalspelen
Tikspelen: tikspelen, afgooispelen, verstoppertje, boompje verwisselen, agent en boef
Stoeispelen: bal afpakken, touwtrekken
Bewegen op Muziek: stopdans, hoepeldans, stappen op muziek

Slide 9 - Slide

Hoe vaak komt het niet voor dat de speelzaal bezet is. We zijn verplicht om twee keer per week bewegingsonderwijs te bieden ook aan kleuter. Dus de gymles vindt ook vaak buiten plaats!

Zelf in groepjes activiteiten bedenken en uitschrijven op een bord


Buitenles ontwerpen

Slide 10 - Slide

We maken 5 groepen en elke groep krijgt een eigen leerlijn om een buiten les te ontwikkelen. Hierbij kan je gebruik maken van de kijkwijzers. 

Klaarzetten je onderdeel, spelen van makkelijk naar moeilijk. 
Eentje blijft er achter om uit te leggen (PAD)



Voorbereiding les 4
Voor les 4 moet je een casus meenemen vanuit je eigen situatie, observeer een kind hoe hij/zij beweegt., grove of juist fijne motoriek. Filmpje? Neem een zorgvraag mee. Evt. Je moet beweeghoek/ motorlab uitvoeren en daar observeren? Of daar een kind uitkiezen en dan observeren in vrije situatie?buitenspeel activiteit observeren? Welke leerlijne zie je, hoe kan je het verrijken?
artikelen lezen:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions