Waarom is bewegen met het hele lijf zo belangrijk?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3
This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 2 min
Items in this lesson
Bijeenkomst 1
Bewegen en het jonge kind
Waarom is bewegen met het hele lijf zo belangrijk?
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doelen
Je weet hoe de motorische ontwikkeling van het jonge kind verloopt en kunt de fases herkennen.
Je kunt verschillende activiteiten inzetten die passen bij de verschillende motorische fases.
Je kunt verschillende activiteiten voor de ontwikkeling van de schrijfvoorwaarden (zonder pen).
Je maakt kennis met het motorlab en de voordelen hiervan.
Je kent de randvoorwaarden van het buitenspelen en kunt aan de hand hiervan het buitenspelen voor het jonge kind aanpassen en verbeteren.
Je kunt op het gebied van motoriek een rijke leeromgeving aanbieden, waarbij de activiteiten VLAP zijn.
Je maakt kennis met een LVS op het gebied van zowel de fijne als de grove motoriek.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
4 bijeenkomsten gericht op
- motorische ontwikkeling jk
- dynamische schooldag (klas, plein, speelzaal)
- buitenonderwijs/buitenspelen
- bewegingsonderwijs in de speelzaal en op het plein/lvs
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Opening
Kijken naar motoriek!
filmpje prop maken
Slide 4 - Slide
de studenten maken een rij waarbij zij om de beurt met 1 hand een propje maken van een a4tje. Zo klein mogelijk!
Na afloop bekijken we het filmpje en bespreken we de meebewegingen die we zien.
Wat zie je bij kinderen in je klas?
Je ziet dit ook bij topsporters.
Dit is niet erg als je er maar geen last van hebt. Wanneer kinderen veel meebewegingen hebben kost dit heel veel energie voor deze leerlingen en kunnen zij hier dus wel last van hebben.
motorische vaardigheden
Welke motorische vaardigheden leren kleuters?
Welke motorische vaardigheden leren kinderen in groep 3 (4)?
Wat zet jij als leerkracht in om de motorische ontwikkeling te stimuleren bij de kleuters? (denk aan activiteiten + materiaal)
Wat zet jij als leerkracht in om de motorische ontwikkeling te stimuleren in groep 3 (4)?
Slide 5 - Slide
4 vellen aan de muur, studenten vullen aan en wisselen na een paar minuten door.
De ontwikkeling van de motoriek
Neurologisch (mesker)
1. Reflexen
2. Antagonistische fase (0-9 maanden) vb.kruipen / lopen
3. symmetrische fase vb. twee benen tegelijk springen
4. lateralisatie fase (6 -9 jaar) vb touwtje springen schrijfhand/steunhand
Dit jongetje vertoont duidelijke meebewegingen in mijn mimiek. Deze inspanning kost hem duidelijk heel veel energie!
Bewegen in relatie tot leren
kk
afb. uit dyslexie en touwtje springen, marijke van vuren
Slide 9 - Slide
Je hebt li/re hersenhelft nodig om bijvoorbeeld hardop te lezen.
Motorisch materiaal
Probeer uit en bedenk voor welk kind dit een goed spel zou zijn, gekoppeld aan de motorische fases!
Slide 10 - Slide
Verschillende motorische spelletjes laten zien die de tweehandigheid of fijne motoriek stimuleren en die je kunt inzetten bij het jonge kind.
(tollen, mikado, balanceerspelletjes enz.)
Slide 11 - Video
Achterhaald dat je een heel dominante kant hebt. Je hebt altijd beide hersenhelften nodig in samenwerking. Toch kun je wel een duidelijke voorkeur hebben. --> belang lang symmetrisch laten bewegen.
Belangrijk voor de totale ontwikkeling: kind leert eigen lichaam kennen, voorwaarde om zich verder te ontwikkelen.
Slide 12 - Slide
Doordat kinderen steeds minder bewegingservaring opdoen is juist het uitdagen van de sensomotoriek van belang.
Kinderen tot zes à zeven jaar ontwikkelen zich holistisch, waarbij de verschillende ontwikkelingsdomeinen zich spelenderwijs en in interactie met elkaar ontwikkelen.
Die ontwikkelingsdomeinen zijn: taal-, denk- en creatieve ontwikkeling (probleem oplossend denken), ontdekken (wereldoriëntatie), bewegen ( grove en fijne motoriek).
Spelen is daarbij een integrerende activiteit, omdat binnen het spel alle genoemde ontwikkelingsdomeinen samenkomen. (didactief online)
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Hoe kun je een beweeghoek/creëer in je onderwijs?
Wat kun je hiervoor inzetten?
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Schrijfvoorwaarden
Om te kunnen starten met schrijven moet een kind:
Voldoende bewegingservaring hebben opgedaan
De grove en fijne motoriek voldoende beheersen
Bewegingen kunnen automatiseren
Visuele discriminatie hebben (verschil in vormen kunnen zien)
Visueel kunnen analyseren (waar bestaat een nieuwe vorm uit)
Visueel geheugen
Een goed ontwikkelde oog hand coördinatie hebben
Voldoende ruimtelijke oriëntatie hebben
Een handvoorkeur hebben.
(Schrijfkriebels,Monique Derwig)
Koppeling naar hoeken in de klas
Slide 15 - Slide
Hoe zie je dit in jou klas terug in de hoeken? Hoe integreer jij dit Hoe creeer jij een omgeving waarbij kinderen zich kunnen ontwikkelen op dit gebied.
Voorbereiding bijeenkomst 2
Kijk eens in je klas naar de motoriek bij kinderen.
Neem voor volgende les een casus mee. Waar loopt dit kind tegenaan?