Bescherming tegen ziekten 5.4 en 5.5

Oefenvragen over 5.4 en 5.5
Thema: Besherming tegen ziekten
Klas 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenvragen over 5.4 en 5.5
Thema: Besherming tegen ziekten
Klas 3

Slide 1 - Slide

18 vragen om 5.4 en 5.5 te oefenen
Maak alle 18 vragen.

Docent kan de resultaten zien per persoon, dus maak de test.

De vragen waar de meeste fouten gemaakt worden, worden later besproken

Slide 2 - Slide

Hoe vermeerderen bacteriën zich?
A
Door sporen
B
Door deling
C
Door toxinen
D
Door geslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Quiz

Wat is een ander woord voor inenting?
A
Vaccinatie
B
DKTP
C
Injectie
D
Infuus

Slide 4 - Quiz

Welke bloedcellen zijn belangrijk bij immuniteit?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Wat is geen vaccinatie?
A
DKTP
B
HPV
C
MKZ
D
HepB

Slide 6 - Quiz

Welke inenting helpt tegen de mazelen?
A
BMR-prik
B
DKTP-prik
C
HepB-prik
D
Pneu-prik

Slide 7 - Quiz

Welke uitspraak over bacteriën is juist?
A
Herpes wordt veroorzaakt door een bacterie
B
Een bacterie vermeerderd zich door sporen
C
In de koelkast sterven alle bacteriën
D
Bacteriën kunnen door kruisbesmetting van het ene op het andere voedingsmiddel komen

Slide 8 - Quiz

De salmonellabacterie blijkt op de kip te zitten.
Onder welke omstandigheden groeien bacteriën het snelst?


A
Koud en droog
B
Koud en vochtig
C
Warm en droog
D
Warm en vochtig

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de bacterie die voorkomt op rauwe kip en of vis?
A
Ecoli
B
Salmonella
C
Listeria
D
Hib

Slide 10 - Quiz

Over welke SOA gaat dit?
Een SOA wat via het bloed overdraagbaar is.
A
Chlamydia
B
Schaamluis
C
Gonorroe
D
Aids

Slide 11 - Quiz

Over welke SOA gaat dit?
Je hebt last van een branderig gevoel bij het plassen

A
Chlamydia
B
AIDS
C
Gonorroe
D
Candida

Slide 12 - Quiz

Over welke SOA gaat dit?
Deze soa wordt veroorzaakt door een schimmel
A
Chlamydia
B
Candida
C
Schaamluis
D
Herpes Genitalis

Slide 13 - Quiz

Welk van de volgende SOA wordt overgedragen door een bacterie?
A
AIDS
B
Candida
C
Gonorroe
D
Hepatitis B

Slide 14 - Quiz

Welke van de onderstaande uitspraken over candida is juist?
A
Candida is overdraagbaar door besmette handdoeken
B
Candida Geeft jeuk en een branderig gevoel
C
Candida wordt veroorzaakt door een virus
D
Candida is een gevaarlijke geslachtsziekte

Slide 15 - Quiz

Wat wordt aangetast door het aidsvirus?
A
de afweer
B
de zenuwen
C
de geslachtsorganen
D
de nieren

Slide 16 - Quiz

Een soa-test kan ook worden gedaan om te bepalen of iemand seropositief is.
Wanneer noem je iemand seropositief?

A
Als deze persoon na onveilige seks de symptomen van aids heeft
B
Als het afweersysteem van iemand niet meer werkt door het hiv-virus
C
Tijdens de incubatietijd van het hiv-virus na besmetting

Slide 17 - Quiz

Incubatietijd is de tijd ........
A
tussen besmetting en beter worden
B
tussen ziek zijn en beter worden
C
tussen besmetting en ziek worden

Slide 18 - Quiz

Wereldwijd zijn er 35 miljoen mensen geïnfecteerd met HIV.
70% woont daarvan in Afrika, hoeveel mensen zijn met HIV besmet in Afrika?
A
2,4 miljoen mensen
B
24,5 miljoen mensen
C
5 miljoen mensen
D
15 miljoen mensen

Slide 19 - Quiz

Welke instantie houdt zich bezig met het geven van voorlichting over infectieziekten en inentingen? Geef de afkorting.

Slide 20 - Open question

Je bent klaar
De docent zal in een volgende les de antwoorden met jullie bespreken.

Slide 21 - Slide