M6 2.2 en 2.3 Risicoaversie en verzekeren

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat risico-aversie is
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringen werken

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat risico-aversie is
  • Je kunt uitleggen hoe verzekeringen werken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

1 minute paper
Hoe ga je dat invullen?
  • Begin: Wat herinner je je uit de vorige les en van je huiswerk?
  • In les: Wat heb je geleerd?
  • Eind: Wat heb je geleerd? 
  • en ... 
  • Wat vraag je je nog af?
  • Foto werkblad uploaden in classroom

Slide 3 - Slide

Risico => verzekeringspremie
Groep van 100 mensen met auto van € 10.000, 5 daarvan lopen kans dat die auto wordt gestolen (is 5 %)
  • Wat is de verwachte totale schade voor de groep?
  • De groep besluit het risico samen te dragen, wat betaalt ieder?
  • Verzekeringspremie is totale risico / aantal mensen: 5 x 10.000 = 50.000 / 100 mensen = 500 premie per persoon

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Risico-avers
Iedereen heeft de keus om het risico zelf te lopen of om het risico te laten verdwijnen met een verzekering.

  • Wat kiest iemand met veel geld?
  • Wat kiest iemand die niet zomaar € 10.000 heeft?
  • Wat kiest iemand die risico-avers is? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opbrengsten en kosten
Opbrengsten en kosten van een verzekeraar (tot nu toe)
  • TO = premie x aantal verzekeringsnemers
  • TK = risico per verzekeringsnemer x aantal verzekeringsnemers
  • Premie in het algemeen hoger dan het risico per verzekeringsnemer, want premie bestaat uit 3 onderdelen:

Slide 9 - Slide

Verzekeraar bepaalt premie
Verzekeraar - verzekeringsnemer > contract: verzekering(polis)
Verzekeraar bepaalt de premie obv 3 onderdelen:
  • 1e onderdeel: dekking van het risico
  • Verzekeraar wil dat TO groter is dan TK
  • Dan maakt die winst => 2e onderdeel
  • In de TK ook nog andere kosten dan de schade die verzekeraar moet uitbetalen => vaste (bedrijfs)kosten 3e onderdeel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht (en huiswerk)


Opgaven bij paragraaf 2.3

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide