Par 3 Een groeiende economie

Par 3 Een groeiende economie
1 / 44
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Par 3 Een groeiende economie

Slide 1 - Slide

Lezen
Mavo: blz 92/93 stukje van gesloten naar een meer open economie. 

Havo: blz 10, stukjes China nu open en fabriek van de wereld.

Slide 2 - Slide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 3 - Slide

Welke bevolkingsgroep is in China in de meerderheid?
A
Kirchiezen
B
Kazachen
C
Hun-Chinezen
D
Han-Chinezen

Slide 4 - Quiz

In China hanteerden ze de eenkindpolitiek. Wat is een probleem van de eenkindpolitiek?
A
Er zijn veel meer meisjes dan jongens in China
B
Er is veel verjonging in China
C
Er is minder armoede in China
D
Er zijn te weinig jonge mensen om voor de ouderen te zorgen

Slide 5 - Quiz

Van wie zijn de fabrieken in een communistisch land?
A
Ondernemers
B
Burgers
C
Keizer
D
De staat

Slide 6 - Quiz

In China hanteerden ze de eenkindpolitiek. Wat is een probleem van de eenkindpolitiek?
A
Er zijn veel meer meisjes dan jongens in China
B
Er is veel verjonging in China
C
Er is minder armoede in China
D
Er zijn te weinig jonge mensen om voor de ouderen te zorgen

Slide 7 - Quiz

Welk kenmerk past niet bij deze bevolkingsdiagram?
A
Laag geboortecijfer
B
Arm land
C
Grote gezinnen
D
Veel kinderen

Slide 8 - Quiz

Welke bevolkingsgroep in China wordt vervolgd en in kampen gestopt?
A
Tibetanen
B
Han-Chinezen
C
Oeigoeren
D
Ajaks-supporters

Slide 9 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 10 - Slide

Communisme
China was voor 1980 een communistisch land. 
Landbouw en industrie is van de staat.
Overheid bepaalde alles. 

Slide 11 - Slide

Werkt niet
Slechte producten, te veel regels, geen concurrentie en dus geen noodzaak voor verbetering, te weinig productie. 
Tot 1980.

Slide 12 - Slide

Na 1980
Er kwam meer vrijheid in China.
Buitenlandse bedrijven mochten zich er vestigen.
Speciaal Economische Zones:


Slide 13 - Slide

SEZ

Speciaal Economische Zones:
Belastingvoordeel.
Goede infrastructuur. 
Lage lonen in China.


Slide 14 - Slide

Shenzen
SEZ.
Veel buitenlandse bedrijven wilden daar produceren.
Enorme economische groei in het gebied: lichte industrie.
Dat trekt natuurlijk mensen aan: Megastad.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Tegenwoordig
China is veel meer open.
Veel internationale bedrijven.
Veel westerse producten. Verbod op westerse sociale media.

Slide 17 - Slide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 18 - Slide

Met wat voor zones trok China bedrijven uit het buitenland?
A
Specialistische zoners
B
Speciaal Exotische Zones
C
Speciaal Economische Zones
D
Speciaal Ecologische Zones

Slide 19 - Quiz

Wanneer werd het communisme in China versoepeld?
A
1970
B
1980
C
1985
D
1990

Slide 20 - Quiz

Wat is geen reden voor een buitenlands bedrijf om zich in China te vestigen?
A
Belastingvoordeel
B
Veel regels
C
Hard werkende Chinezen
D
Lage lonen

Slide 21 - Quiz

Wat ga je in China niet tegenkomen?
A
Facebook
B
Volvo
C
Mac Donald's
D
Muziek van Justin Bieber

Slide 22 - Quiz

En nu?
Rustig aan de slag met de GEO Online of de muurkrant van WOI. 

Slide 23 - Slide

Par 3 Een groeiende economie

Slide 24 - Slide

Lezen
Mavo: blz 93 stukje binnenlandse afzet groei en ontwikkeling van het platteland.
Havo: blz 11, stukjes het nieuwe China.

Slide 25 - Slide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 26 - Slide

Welke bevolkingsgroep is in China in de meerderheid?
A
Kirchiezen
B
Kazachen
C
Hun-Chinezen
D
Han-Chinezen

Slide 27 - Quiz

Wanneer werd het communisme in China versoepeld?
A
1970
B
1980
C
1985
D
1990

Slide 28 - Quiz

In China hanteerden ze de eenkindpolitiek. Wat is een probleem van de eenkindpolitiek?
A
Er zijn veel meer meisjes dan jongens in China
B
Er is veel verjonging in China
C
Er is minder armoede in China
D
Er zijn te weinig jonge mensen om voor de ouderen te zorgen

Slide 29 - Quiz

Welk kenmerk past niet bij deze bevolkingsdiagram?
A
Er zijn meer oude mensen dan jonge mensen
B
Arm land
C
Grote gezinnen
D
Veel kinderen

Slide 30 - Quiz

Wat is geen reden voor een buitenlands bedrijf om zich in China te vestigen?
A
Belastingvoordeel
B
Veel regels
C
Hard werkende Chinezen
D
Lage lonen

Slide 31 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 32 - Slide

Shenzen
Van vissersdorp naar megastad. 
Speciaal Economische Zone.
Miljoenen arbeidsmigranten van west naar oost. Slechte werkomstandigheden.


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Assemblage
  • In elkaar zetten van een product.
  • Voorbeelden: Auto's, telefoons, koelkasten, computers, etc.

Slide 35 - Slide

Chinese merken
Meer kennis, ontwikkeling eigen Chinese merken  verkoop wereldwijd.
Minder kopiëren van producten, meer zelf bedenken.
Innovatie.
Niet alleen meer eenvoudige producten voor de uitvoer. (export)


Slide 36 - Slide

Binnenlandse markt
Ook binnenlandse afzetmarkt groeit snel door stijging welvaart.
 

Meer hightechindustrie, gevolg: stijging lonen.


Slide 37 - Slide

Binnenland
Ontwikkeling binnenland om leegloop te voorkomen. Maatregelen om bedrijven en migranten te lokken:
- verbetering infrastructuur - lage belastingen,- minder strenge milieuregels.

Slide 38 - Slide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 39 - Slide

Welk merk komt niet uit China?
A
Huawei
B
Oppo
C
Toyota
D
Haier

Slide 40 - Quiz

Wat doet China niet?
A
Innoveren
B
Assemblage
C
Export
D
China doet alles

Slide 41 - Quiz

Wat is innoveren?
A
Een product bedenken
B
Een product in elkaar zetten
C
Een product slopen
D
Een product verbeteren/vernieuwen

Slide 42 - Quiz

Wat doet China om de binnenlandse migratie te beperken?
A
Belasting verlagen in het binnenland en werkgelegenheid creëren
B
Eenkindpolitiek weer invoeren
C
Belasting verhogen en de treinkaartjes duurder maken
D
Iedereen terugsturen

Slide 43 - Quiz

En nu?
Check of je alle leerdoelen van paragraaf 1 en 2 begrijpt. 
Rustig aan de slag met de vragen van paragraaf 3. 

Slide 44 - Slide