vragen over voetbal tournooi 16 februari

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Voetbal toernooi 16 februari

Waar gaan we vrijdag na Nederlands naar toe?

1. Naar buiten.
2. Naar de kantine.
3. Naar de sportzaal.

Welke docent gaat mee?

1. Docent Janneke.
2. Docent Karin.
3. Docent Mintha & Janneke.
4. De sportdocent.

Hoe laat moeten we klaar staan?

1. Om 10.00 uur
2. Om 10.15 uur
3. Om 10.30 uur
4. Om 10.45 uur

Hoe laat moeten we dan weg?

1. Om 10.00 uur.
2. Om 10.15 uur.
3. Om 10.30 uur.
4. Om 10.45 uur.

Wie moeten om 10.45 aanwezig zijn?

1. De docenten.
2. De voetballers.
3. Alle cursisten + docent Janneke

Wat neem je mee?

Hoe begint elke wedstrijd?

Wat is een terugspeelbal?

1. Een veldspeler speelt naar de keeper.
2. Je moet op tijd terugspelen.
3. Je geeft de bal aan de tegenstander.

Bij zaalvoetbal mag je NIET terugspelen op je eigen keeper. 

De supporters: hoe moedig je aan?

Cursisten die NIET voetballen, komen wel naar school. 

Jullie gaan maken een wedstrijdverslag. 

Bv: Victor schiet de bal. 

Ik zie veel teams. 

De voetballers rennen hard.

Young Stars winnen!

Wat gebeurt er als je 1 minuut te laat komt?

1. De wedstrijd begint later.
2. Je staat met 1-0 achter.
3. De tegenstander moet wachten.

Wat gebeurt er als je drie minuten te laat komt.

1. De wedstrijd begint later.
2. De tegenstander moet wachten.
3. Je hebt met 3-0 verloren.

Je kunt iets vertellen over:

* de voetballers. (Hoeveel voetballers, welke kleren hebben ze aan, kunnen ze goed voetballen)

* de docenten. (Welke docenten zie je?)

* de sporthal. (Wat zie je, welke kleuren, zie je lampen, tafels, stoelen?)

De toeschouwers vullen het wedstrijd verslag in. Lever vrijdag in bij Janneke of Mintha .