3 TL 3-4-2020

Vrijdag 3 april
Duits
economie
wiskunde
maatschappijleer
LOB-mentorles

1 / 28
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vrijdag 3 april
Duits
economie
wiskunde
maatschappijleer
LOB-mentorles

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Duits

Vandaag maak je opdracht 26 t/m 30 in de volgende dia's wordt de grammatik uitgelegd.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nu nog een aantal oefeningen..

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kies het juiste woord.
Alleen bij ....... woorden verschillen de vormen van eerste en vierde naamval.
A
mannelijke woorden
B
vrouwelijke woorden
C
onzijdige woorden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste antwoord:
den gebruik je als het zinsdeel een onderwerp of lijdend voorwerp is.
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste vorm van de ein-gruppe.
Kennst du (een) ____________ Kind?
A
ein Kind
B
eine Kind
C
einen Kind
D
eines Kind

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste vorm van de ein-gruppe.
Kennst du (een) ____________ Mann?
A
ein Mann
B
eine Mann
C
einen Mann
D
eines Mann

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

der, die, das of den?
____________ Apfel ist sehr lecker.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 14 - Quiz

Apfel is het onderwerp het is een mannelijk woord daarom kies je der Apfel.
der, die das of den?
Siehst du ____________ Mann dort?
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 15 - Quiz

In dit geval is Mann een lijdend voorwerp en een mannelijk woord daarom schrijf je den. 
Du is het onderwerp.
der, die das of den?
Ich nehme ____________ Hamburger
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 16 - Quiz

In dit geval is Hamburger een lijdend voorwerp en het is een mannelijk woord daarom schrijf je den Hamburger.

Ich is het onderwerp
Economie
Je maakt vandaag de rekentrainers van hoofdstuk 7. De volgende les (6-4) kijken we de rekentrainers na.
Op blz. 147-151 staat uitleg over de rekentrainers.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wiskunde
In SOM staat par. 7.7 opgave 95 t/m 101 + par. 7.8 en verder met de diagnostische toets H7.  Als je iets niet begrijpt mag je mevrouw Hester mailen, zodat ze eventueel een afspraak met jullie kan maken via Teams om het uit te leggen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Maatschappijleer
Vandaag maak je H6 paragraaf 5. In de volgende dia's worden de begrippen nog eens uitgelegd.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Noem 3 bedrijven die grote bekendheid hebben gekregen door reclame

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

LOB-mentorles
Op school hebben we het gehad over het MBO en de verschillende opleidingen. In Teams heb ik een document geplaatst met opdrachten en vragen. Je stuurt de antwoorden voor 10 april op.


Slide 28 - Slide

This item has no instructions