Samenhang 2-21 volgens Taxonomie v Bloom

Terugblik
Nederlands
Inleiding:
1. Aandachtstrekker
2. Introductie
3. Overzicht

Slot:
4. Samenvatting
5. Conclusie
6. Vraag meegeven aan lezer




Burgerschap: Vitaliteit

- Reflectieoefening

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Terugblik
Nederlands
Inleiding:
1. Aandachtstrekker
2. Introductie
3. Overzicht

Slot:
4. Samenvatting
5. Conclusie
6. Vraag meegeven aan lezer




Burgerschap: Vitaliteit

- Reflectieoefening

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les kan je:
- Uitleggen wat er met samenhang bedoeld wordt. 
- Verschillende soorten verbanden uitleggen binnen een tekst.
- Met enkel een onderwerp en een lijstje signaalwoorden een eigen tekst schrijven.

Slide 2 - Slide

Hoe breng je samenhang in de tekst aan?

Slide 3 - Open question

Samenhang
1. Maak met het gebruik van koppelwoorden van de tekst een samenhangend geheel
Omdat, vanwege, bijvoorbeeld, aangezien, maar, echter, ten eerste, ten tweede, stel je voor

 2. Geef een overzicht & Neem de lezer bij de hand
In dit reflectieverslag ga ik u uitleggen hoe het met mij gaat op het werk na twee jaar de verpleegkundige opleiding te hebben gevolgd. Ik ga uitleggen in welk deel van de opleiding ik nu zit, welke verantwoordelijkheden ik heb gekregen, welke twee gebeurtenissen ik iets van heb geleerd, welke verwachtingen ik had van de opleiding en hoe het gaat qua samenwerking met de collega’s op het werk. Door hierop aan het einde te reflecteren probeer ik u een duidelijk beeld te geven van hoe het nu met mij gaat.

   

Slide 4 - Slide

Tijd


Opsomming


Tegenstelling

Vergelijking

Oorzaak-gevolg


Doel-middel


Voorwaarde

Samenvattend

als, daarna, eerst, later, nadat, nu, sinds, terwijl, tijdens, toen, totdat,
uiteindelijk, vervolgens, voordat, vroeger, zodra, zolang

bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste ... ten tweede, tevens, verder,
ten slotte

maar, hoewel, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant, daarentegen, en dus niet 

evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo

als dit/ dan dat, als gevolg daarvan, daardoor, door, doordat, dus, het gevolg is,
het komt door, hierdoor, waardoor, zodat, vanwege, te danken aan, en dus

daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor

als, indien, mits, tenzij, in (/voor) het geval dat

samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat

Slide 5 - Slide



Tegenstelling
Het lijkt alsof het gebruik van signaalwoorden niet zo nodig is, maar ze zijn noodzakelijk om binnen een tekst iets duidelijk te maken.

Vergelijking
Of naja, noodzakelijk? Zie het als een boek zonder inhoudsopgave. 

Voorwaarde
Je begrijpt wel waar het over gaat, maar alleen als je er meer tijd in steekt. 

Samenvattend
Kortom, het is voor de lezer een stuk makkelijker als je wel signaalwoorden gebruikt. 

Slide 6 - Slide

Taalblokken
Bouwstenen 3F
4. Samenhang - Lezen & Luisteren  
Opgave 1 t/m 9 (dus niet die bolletjes)


Slide 7 - Slide

Schrijf een tekst over één van de volgende onderwerpen:
- Gehandicaptenzorg
- Dementie en hoe je ermee omgaat
- Ontwikkelingsfasen kinderen
- Mantelzorgondersteuning 

Hieronder zie je zes kolommen, elke kolom heeft een rijtje signaalwoorden die hetzelfde verband weergeven. Gebruik minstens één signaalwoord uit de elk van de zes kolommen.


eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
daardoor
waardoor
dat komt door
als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat

Slide 8 - Slide

Wissel dit uit met een klasgenoot en benoem elkaars verband.
 Nog niet overleggen.
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg

1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg

Slide 9 - Slide

3. Tijd
eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

2. Opsomming 
ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
4. Tegenstelling
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
6. Oorzaak-gevolg
daardoor
waardoor
dat komt door
 als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
5. Samenvattend concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
1. Voorwaarde
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg
Kijk samen naar de antwoorden en wissel uit. 

Slide 10 - Slide

1. Was het moeilijk om de tekst te schrijven?
2. Welke had je fout geraden bij je klasgenoot?
3. Wat viel er op?

Slide 11 - Open question

Volgende week
Vakantie!


Slide 12 - Slide