Helpende Plus - Palliatieve zorg

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je selecteert de juiste fase van rouw passend bij een situatie
Je onthoud het verschil tussen curatieve, palliatieve en terminale zorg
Je stelt vast waar jij in het stervensproces alert op moet zijn
Je observeert symptomen in de stervensfase en licht juiste werkwijze toe

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Fasen rouw Kubler - Ross

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

'Het is niet waar, de dokter heeft een fout gemaakt. Ik ben niet ziek.'
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een jaar na mijn ontslag heb ik nog geen nieuwe baan kunnen vinden. Ik wordt er moedeloos van en zie het soms helemaal niet meer zitten.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie denkt mijn baas wel dat hij is, ik ga mijn ontslag aanvechten en bel vandaag nog een advocaat.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Ik ga zorgen dat alles weer goed gaat komen. Vanaf nu ga ik beter voor mezelf zorgen.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het is de schuld van de huisarts dat mijn vader niet meer leeft. Als hij eerder had ingegrepen, was het niet zover gekomen.
A
Ontkenning
B
Boosheid
C
Onderhandelen
D
Depressie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Terminale zorg
Palliatieve zorg
Curatieve zorg
De cliënt wordt behandeld en geneest
De cliënt kan niet meer genezen. Levensverwachting is < 3 maanden
De ziekte is ongeneeslijk maar wordt wel behandeld

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Palliatieve terminale zorg
Fasen van palliatieve terminale zorg:
  1. Ziektegerichte palliatie
  2. Symptoomgerichte palliatie
  3. Palliatie in de stervensfase
  4. Nazorg

Slide 10 - Slide

1. ziektegerichte palliatie: ziekte wordt nog behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2. Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van symptomen
3. Stervensfase: kwaliteit van sterven
4. Nazorg voor naasten

DA en huisarts zorgen ervoor dat een patiënt gemarkeerd wordt als zijnde palliatief/terminaal. Bij triage kan er dan gelijk worden verwezen naar betreffende arts
Opdracht
Bedenk per 'domein' minimaal 3 problemen/symptomen die je kunt zien in de palliatief terminale fase (mag in tweetallen):

  • Domein lichamelijk welbevinden
  • Domein woon- en leefomstandigheden
  • Domein participatie
  • Domein mentaal welbevinden


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stervensfase; wat zie je dan?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Stervensfase; wat doe je dan?
Lichamelijk: zorg voor comfort, voorkom of behandel een delier, geef wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijnstilling (morfine), anti-misselijkheidsmedicatie, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid, angstmedicatie (midazolam/dormicum)

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar

Welk aspect wordt vaak vergeten?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions