Les 3 populatiegenetica

Populatiegenetica
Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties


=
Erfelijkheidsleer voor populaties

eerst even herhalen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Populatiegenetica
Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties


=
Erfelijkheidsleer voor populaties

eerst even herhalen

Slide 1 - Slide



Slide 2 - Open question

Texelaars
Texelaars zijn schapen die meestal een witte vacht hebben. Er bestaan ook blauwe Texelaars. Hun vacht is bruingrijs en de ondervacht is blauwachtig van kleur. Het gen voor wit haar is dominant.
Een heterozygoot mannetje paart met een heterozygoot vrouwtje.
Bereken de kans dat een nakomeling uit deze kruising een blauwe Texelaar is?

Slide 3 - Slide

Kansen
bij kruising tussen koppels is de kans op ieder allel altijd 1/2

(op bord)

bij populaties is dat anders


Slide 4 - Slide

genen poel
alle genen van 1 populatie 

Genotypefrequentie
fractie BB/ Bb/ bb op totaal

Allelfrequentie
fractie B / b op totaal

Slide 5 - Slide

Bepaal de genotype- en allelfrequenties in de afgebeelde populatie. Tel vervolgens de genotypefrequenties bij elkaar op. Doe dat ook voor de allelfrequenties. Had je die uitkomsten verwacht?

Slide 6 - Open question

conclusie
Som van alle genotypefrequenties = 1
werken we later verder uit

Som van alle allelfrequenties = 1
Frequentie allel B noemen we p
Frequentie allel b noemen we q
p+q=1 (BINAS 93 D3)

Slide 7 - Slide

uitwerken
allelfrequentie gaan nu in kruisingsschema (op het bord)

wat is de kans op de verschillende genotypes in de volgende generatie?

Slide 8 - Slide

Conclusie
genotypefrequenties: p2 + 2pq + q= 1
= freq. BB + freq Bb + freq bb = 1

allelfrequenties: p+q=1
=freq B + freq b =1

tip: zet altijd de genotypen/allelen onder de algemene formules

Slide 9 - Slide

samen uitwerken
1) algemene regels noteren
2) toewijzen allelen aan p/q
3) noteren wat je weet
4) doorrekenen

tip: begin altijd met homozygoot recessief


Slide 10 - Slide

klaar? begin vast met toetsvragen bij 26.6
timer
5:00

Slide 11 - Slide

frequenties constant
recessief
genotype
allelfreq
P
q2
q
F1
q2
q
F2
q2
q
F3
q2
q
F4
q2
q
...etc

Slide 12 - Slide

In theorie zijn allelfrequenties in populaties altijd constant. Kun jij situaties bedenken waarin dat niet zo is?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Oefenen
toetsvragen 26.6 1t/m 7 nu af
de rest huiswerk
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Wat ga je leren over 26.6 en 26.7 voor de toets? Wat niet?

Slide 16 - Open question