Les 5 populatiegenetica, evolutie vd mens

Populatiegenetica
Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties


=
Erfelijkheidsleer voor populaties

eerst even herhalen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Populatiegenetica
Je kent de regel van hardy- en weinberg en kunt deze toepassen in verschillende situaties


=
Erfelijkheidsleer voor populaties

eerst even herhalen

Slide 1 - Slide

Texelaars zijn schapen die meestal een witte vacht hebben. Er bestaan ook blauwe Texelaars. Hun vacht is bruingrijs en de ondervacht is
blauwachtig van kleur. Het gen voor wit haar is dominant.
Een heterozygoot mannetje paart met een heterozygoot vrouwtje.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising een blauwe Texelaar is?
(antwoord mag ook met een foto gegeven worden)

Slide 2 - Open question

Kansen
bij kruising tussen koppels is de kans op ieder allel altijd 1/2

(op bord)

bij populaties is dat anders


Slide 3 - Slide

genen poel
alle genen van 1 populatie 

Genotypefrequentie
fractie BB/ Bb/ bb op totaal

Allelfrequentie
fractie B / b op totaal

Slide 4 - Slide

Bepaal de genotype- en allelfrequenties in de afgebeelde populatie. Tel vervolgens de genotypefrequenties bij elkaar op. Doe dat ook voor de allelfrequenties. Had je die uitkomsten verwacht?

Slide 5 - Open question

conclusie
Som van alle genotypefrequenties = 1
werken we later verder uit

Som van alle allelfrequenties = 1
Frequentie allel B noemen we p
Frequentie allel b noemen we q
p+q=1 (BINAS 93 D3)

Slide 6 - Slide

uitwerken
allelfrequentie gaan nu in kruisingsschema (op het bord)

wat is de kans op de verschillende genotypes in de volgende generatie?

Slide 7 - Slide

Conclusie
genotypefrequenties: p2 + 2pq + q= 1
= freq. BB + freq Bb + freq bb = 1

allelfrequenties: p+q=1
=freq B + freq b =1

tip: zet altijd de genotypen/allelen onder de algemene formules

Slide 8 - Slide

samen uitwerken
1) algemene regels noteren
2) toewijzen allelen aan p/q
3) noteren wat je weet
4) doorrekenen

tip: begin altijd met homozygoot recessief


Slide 9 - Slide

klaar? begin vast met toetsvragen bij 26.6
timer
5:00

Slide 10 - Slide

frequenties constant
recessief
genotype
allelfreq
P
q2
q
F1
q2
q
F2
q2
q
F3
q2
q
F4
q2
q
...etc

Slide 11 - Slide

In theorie zijn allelfrequenties in populaties altijd constant. Kun jij situaties bedenken waarin dat niet zo is?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Oefenen
toetsvragen 26.6 1t/m 7 nu af
de rest huiswerk
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Doel
Je kunt belangrijke evolutionaire en ecologische concepten toepassen op de ontstaansgeschiedenis van de mens.

erfelijke variatie, natuurlijke selectie, survival of the fittest, voortplanting, nakomelingen, habitat, niche, genetic drift, founder- en bottleneck effect

Slide 15 - Slide

savanne
7 miljoen jaar geleden veranderde in oost afrika veel bos in savanne.

welke (andere) eigenschappen waren nodig om daar te overleven? 

Slide 16 - Slide

wat verandert er volgens jou aan de beschikbare niches? bv: voedselaanbod, natuurlijke vijanden, waterbeschikbaarheid?

Slide 17 - Open question

Verandering
Minder water beschikbaar 
Minder fruit, gras is onverteerbaar voor mensapen 
Minder bomen om in te vluchten

je overleeft en reproduceert dan alleen als......

Slide 18 - Slide

Chimpansee (links) lijkt het meest op onze gemeenschappelijke voorouder.

Met relatief lange botten en achillespees kan energiezuiniger gelopen worden

Slide 19 - Slide

Leg uit hoe uit een voorouder met korte achillespezen de lange achillespees van de mens heeft kunnen ontstaan

Slide 20 - Open question

afstamming
zou je op basis van deze stamboom zeggen dat we afstammen van de neanderthaler (H. neanderthalensis) ?

Slide 21 - Slide

De eerste mens?
fossielen van mensachtigen verspreid over continenten

Nieuwe soorten ontstaan meestal in kleine populaties

hoe onderzoek je dit?

Slide 22 - Slide

Mt DNA
Mitochondrie overgedragen via moeder (bijna altijd)

steeds meer mutaties in de tijd
=
moleculaire klok

Slide 23 - Slide

Er werd beweerd dat nieuwe soorten makkelijker ontstaan in kleine populaties, waarom is dit zo?

Slide 24 - Open question

Lees 26.7.3, het stuk over sociobiologie. Wat gaat er na het lezen van dit stukje tekst door je heen? Bestaat vrije keuze dan eigenlijk wel? Kun je mensen wel verantwoordelijk houden voor hun eigen gedrag, of zijn ze slachtoffer van hun genen? (Alleen ik zie je naam, de klas niet)

Slide 25 - Open question

Huiswerk
26.6 en 26.7 vragen maken




Slide 26 - Slide

Wat ga je leren over 26.6 en 26.7 voor de toets? Wat niet?

Slide 27 - Open question